In de ochtend vliegen we naar Glasgow. Na een busrit door de woeste westelijke Hooglanden arriveren we in de bedrijvige havenplaats Oban. Van hier varen we met de Caledonian MacBrayne-ferry – in de volksmond 'Cal Mac' genoemd - over naar het eiland Mull. Aan de overkant staat een lijndienstbus op ons te wachten om ons naar het kleurrijke hoofdplaatsje van het eiland te brengen, Tobermory. Hier komen we aan het begin van de avond aan.

Vanuit Tobermory maken we twee korte wandelingen om kennis te maken met het landschap van Mull. Eerst volgen we een pad langs de besloten baai van Tobermory naar het zuiden. We lopen over goede paden door het fraaie landschapspark Aros, met gevarieerd bos, waterpartijen en watervallen. Rond het middaguur zijn we terug in het stadje. In de middag is er nog gelegenheid om uit te waaien aan de kust ten noorden van Tobermory. Langs de rotsachtige kust met bossen en heide wandelen we naar de vuurtoren Rubha nan Gall. Wandelduur ochtend 3 uur, 8 km, 150 m stijgen en dalen; middag 2 uur, 5 km, 150 m stijgen en dalen.

Vroeg in de ochtend vertrekken we naar het zuidwesten van Mull. Vanuit Fionnphort maken we een excursie naar het eiland Staffa. Dit prachtige, uit basaltzuilen opgebouwde eiland, is een juweeltje in de archipel en is het restant van heftige vulkanische activiteit bij het ontstaan van de Atlantische Oceaan. Natuurlijk bezoeken we de beroemde Fingal’s Cave, inspiratie voor Mendelssohns ouverture Die Hebriden. Aansluitend varen we naar het beroemde eiland Iona. In 563 landde Saint Columba hier vanuit Ierland met twaalf volgelingen en stichtte er een klein klooster, van waaruit de kerstening van Schotland, Engeland en zelfs Europa begon. Sindsdien is het een belangrijk bedevaartsoord. De prachtige gneis-rotsen vormen een dramatisch decor voor de oude middeleeuwse abdij. Na een bezoek aan het dorp en de belangrijkste bezienswaardigheden is het tijd om terug te keren naar Tobermory.

In de ochtend rijden we weer naar de haven van Craignure. Via Oban wagen we ons op de ‘Sea of the Hebrides’ en maken de grote oversteek naar de ‘Western Isles'. Na uren varen zien we aan de horizon de eilanden van de Buitenste Hebriden verschijnen. Onderweg is er een kans om dolfijnen en reuzehaaien te zien. In Castlebay, de hoofdplaats van het eiland Barra, gaan we aan land. Totale vaartijd: 6 uur.

Na het ontbijt rijden we met een gecharterde bus naar Vatersay. Dit meest zuidelijk bewoonde eiland van de ‘Western Isles’ is via een kleine dam verbonden met Barra. Na een korte strandwandeling klimmen we naar de restanten van een oude 'Dun' (woontoren) uit de ijzertijd. Van daar zwerven we over het zuidelijke schiereiland van Vatersay. We kijken uit over het water van de zee-engte Caolas Shandraigh en zien de onbewoonde eilanden Sandray, Flodday, Lingay, Pabbay en Mingulay. Halverwege de middag rijden we met de bus terug naar Castlebay en is er gelegenheid om een bezoek te brengen aan het in de baai gelegen Kisimul Castle (bij veel wind niet mogelijk). Wandelduur 2,5 uur, 7 km, maximaal 100 m stijgen en dalen.

Barra is beroemd om zijn prachtige, witte stranden. Aan de noordzijde van het eiland verkennen we de brede stranden van Tràigh Eais en Tràigh Mhór. Op het laatste strand is de ‘luchthaven’ van Barra aangelegd! Na afloop steken we per boot over naar het eiland Eriskay, waar een bus op ons staat te wachten om ons weg te brengen naar Lochboisdale, de ‘grote’ havenplaats van South Uist. Wandelduur 3 uur, 10 km, 150 m stijgen en dalen.

Een korte transfer brengt ons in de ochtend naar het 'crofters'-gehucht Howmore. Door de duinen met hun typische ‘machair’-vegetatie lopen we naar het strand. Machair komt voornamelijk voor op de westelijke eilanden en is het vruchtbare gebied achter de duinen, aan de rand van het veen. Naast prachtige bloemrijke graslanden wordt er op kleinschalige wijze landbouw bedreven. Midden tussen de bloemen vinden we akkers met aardappelen en graan. Ter hoogte van Stilligarry steken we door naar het natuurreservaat van Loch Druidibeg. Dit is een van de weinige broedgebieden van de grauwe gans op de Britse eilanden. Het laatste deel gaat over een rustige asfaltweg naar de ruige bergachtige oostkant van het eiland en eindigt bij de vervallen houten pier van Lochskipport. Hier staat een bus te wachten om ons naar het hotel terug te brengen. Wandelduur 4 uur, 12 km, 50 m stijgen en dalen.

Vandaag wacht een lange, afwisselende dag. Via Benbecula en het kleine eiland Grimsay reizen we verder naar North Uist, een prachtige route door een landschap van venen, meertjes, eilandjes en gouden stranden. De vier eilanden zijn met dammen en zandstranden met elkaar verbonden. Op de flanken van de berg Langass bezoeken we een kleine steencirkel en de best bewaarde graftombe van de westelijke eilanden, Bharpha Langass. Een korte klim brengt ons naar de top, waar we een mooi uitzicht hebben over het uitgestrekte veengebied van het eiland. Na een korte transfer maken we in het natuurreservaat Balranald een rustige wandeling. Dit vogelreservaat herbergt niet alleen vele steltlopers en eenden, maar is ook een van de beste plaatsen om kennis te maken met de specifieke ‘machair’-vegetatie. Na een wandeling waarbij we ook een aantal schitterende stranden aandoen, brengt de bus ons in de namiddag naar de pier van Berneray. We varen door een labyrint van kleine eilandjes, naar het bergachtige Harris. Daar wacht nog een rit van ongeveer veertig minuten, alvorens we het gemoedelijke plaatsje Tarbert bereiken. Ochtendwandeling: 1 uur,  2 km, 100 m stijgen en dalen; middagwandeling: 2,5 uur, 7 km, nauwelijks hoogteverschil.

Vandaag maken we kennis met het ruige bergland van South Harris. Via de westkust met zijn prachtige zandstranden rijden we naar Rodel’s St. Clements Church. Deze prachtige kerk uit de zestiende eeuw werd gebouwd door Alasdair MacLeod, een lid van de roemruchte clan van Harris en het eiland Skye. Na het bezoek vervolgen we onze weg langs de idyllische zuidelijke baaien. Deze ‘Golden Road’ komt langs Ardvey. Hier beginnen we met een korte wandeling naar de noordwestkust van het eiland. We volgen een eeuwenoud pad, dat door een ruig en grimmig landschap voert van afgesleten rotsbulten en beekjes, over een pas. Ooit werd dit pad gebruikt om de doden over te brengen van de rotsige zuidelijke kust naar de zanderige noordzijde van eiland om daar te worden begraven. De wandeling eindigt in de ondiepe baai van Traigh Seilebost, waar we per bus naar Tarbert terugkeren. Wandelduur 2,5 uur, 7 km, 175 m stijgen en dalen.

Na een korte transfer maken we een spectaculaire wandeling naar het tot voor kort zeer geïsoleerd gelegen Rhenigidale. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw is het gehuchtje uit zijn isolement gehaald en is de asfaltweg aangelegd met aansluiting op de weg Tarbert-Stornoway. Voorheen was de enige weg om te voet naar deze plaats te komen, een smal pad langs de steile kust en door de bergen. Bij helder weer zien we de bergen van het vasteland en het eiland Skye. Na de wandeling rijden we door naar Lewis. Naarmate de rit vordert, laten we de bergen van North Harris achter ons en verandert het landschap. Voor ons strekt zich het eindeloze veengebied van Lewis uit. We bezoeken de beroemde Callanish Stone Circle. Dit bijna vijfduizend jaar oude monument is gelegen op een klein schiereiland. Kruisgewijs geplaatst, hebben de hevig verweerde gneis-stenen de tand des tijds doorstaan. Even verderop, nabij de imposante woontoren uit de ijzertijd, 'Carloway Broch', ligt het hotel waar we onze intrek nemen. Wandelduur 3 uur, 6 km, 400 m stijgen en dalen.

Vlak bij Carloway ligt het gerestaureerde 'blackhouse'-dorp Gearrannan. Dit tot museum omgebouwde vissersdorp geeft een goed beeld van hoe de eilandbewoners ooit hebben geleefd. In een van de huizen is te zien hoe de Harris Tweed werd en nog steeds wordt gemaakt. Na een bezoek starten we een wandeling over kliffen en langs verschillende stranden en baaien. Beneden onder ons ligt de zee, waar in de zomer jan-van-genten overvliegen op weg naar goed viswater. Bij het strand van Dalmore worden we door een bus opgepikt en rijden door het licht glooiende, vlakke veenlandschap van het Lewis naar Eoropie. Hier maken we een laatste wandeling naar de uiterste noordpunt van het eiland: The Butt of Lewis, waar de vuurtoren eenzaam op wacht staat. Aan het einde van de dag keren we terug naar Carloway. Wandelduur ochtendwandeling 2 uur, 4,5 km, 200 m stijgen en dalen; middagwandeling 1 uur, 3 km, 50 m stijgen en dalen.

Zeer vroeg in de ochtend rijden we naar Stornoway om ons in te schepen voor de overtocht naar het Schotse vasteland. Via de Summer Isles varen we naar Ullapool. Dan wacht ons een lange busreis per openbaar vervoer, eerst dwars door de prachtige bergwereld van de Western Ross, naar Inverness. Daarna voert de weg door de afwisselende bergwereld van de Highlands, langs diepe lochs en door wijde glens naar de grote stad Glasgow. De rit neemt in totaal ongeveer zes uur in beslag. We sluiten de reis af met een diner in een goed restaurant.

Terugvlucht vanuit Glasgow naar Nederland.