Een onbekend pareltje aan de Italiaanse kant van de Mont Blanc is de vierdaagse Tour Mont Fallère (TMF) tussen het Val d'Aosta en de Grote Sint Bernhard. Deze nieuwe SNP-tocht begint en eindigt in het middeleeuwse dorp Etroubles. ‘De Tour Mont Fallère is een waanzinnige bergtocht te midden van vierduizenders,’ vertelt Jaap terwijl hij naar het puntje van zijn stoel wipt en de route met zijn vinger op de kaart uittekent. ‘Ik heb zelden zulke mooie vergezichten meegemaakt. Bij helder weer zie je niet alleen de Mont Blanc, maar ook de Gran Paradiso en Matterhorn. Je slaapt in twee Italiaanse hutten waar het eten altijd geweldig is. Hoogtepunt is misschien wel de Refuge Mont Fallère. De waard van deze hut, ook de grondlegger van de Tour Mont Fallère, is een uitstekende houtsnijder. Hij heeft tientallen sculpturen gemaakt die je in de buurt van de hut vindt. Dieren, maar ook personen. Een soort openluchtmuseum. Ze zijn zó goed gemaakt dat ik in eerste instantie dacht dat het om echte dieren ging.’
Hoewel de Tour Mont Fallère maar vier dagen duurt, is het geen eenvoudige tocht, waarschuwt Jaap. ‘Bagagevervoer is tijdens deze reis niet mogelijk, dus je draagt je eigen rugzak mee. Daarnaast wordt er iedere dag stevig geklommen en gedaald met als hoogtepunt de derde dag waarbij je boven de 2800 meter komt. Wie trouwens de Mont Fallère (30621 m) zelf wil beklimmen, kan een nacht bijboeken.’
Volgens Jaap speelt de compacte Tour Mont Fallère in op een groeiende behoefte naar korte trektochten. ‘De Tour Mont Fallère kan bijvoorbeeld onderdeel zijn van een langere vakantie waar ook strand en zon in zitten. Ideaal ook voor actieve ouders met wat oudere kinderen.’
Beeld: Jaap Miltenburg