Wandelen op Gran Canaria
Gran Canaria is een vulkanisch eiland met een indrukwekkende diversiteit aan landschappen: van diep uitgesleten barrancos tot bergreuzen, van kale woestijnen tot weelderig begroeide oases, van goudgele zandstranden tot grasgroene hoogvlakten. Een Spaans wandeleldorado met een subtropisch klimaat.
Paradijs voor wandelaars
Gran Canaria is een wereld van contrasten. Zo ondergaat het landschap van zuid naar noord een abrupte metamorfose, van kurkdroog woestijngebied en berglandschap naar dichtbegroeide barrancos en het altijd groene laurisilva.
Het imposante centrale bergmassief, de Cumbre, vormt een klimatologische scheidslijn. Vulkaanuitbarstingen in het midden van het eiland schiepen een grillig rotslandschap dat in alle windrichtingen uitwaaiert naar zee. Bergformaties tot 1949 meter hoogte vormen een onoverwinnelijke barrière voor vochtige wolken die de noordelijke Atlantische Oceaan aanvoert. Het relatief hoge vochtgehalte is een weldaad voor de vele plantensoorten die het noorden rijk is, waaronder vijfhonderd endemische soorten, uniek voor Gran Canaria. Het afwisselende landschap in het centrum vormt een paradijs voor de wandelaar, die na een aantal stevige wandelingen kan uitrusten aan de kilometers lange droge zandstranden in het zuiden. Stevig bergwandelen of luieren aan zee, het kan allemaal op Gran Canaria dat deel uitmaakt van de archipel van Canarische Eilanden. En het subtropisch klimaat zorgt het hele jaar door voor heerlijke temperaturen.
Wandelen over de Caminos Reales van Agaete
Gran Canaria verrast al meteen bij aankomst. Het vliegtuig landt aan de dorre noordkust, een onooglijk landschap. Pas verderop krijgt de wereld wat kleur. En dan, waar de snelweg eindigt, begint als bij toverslag het paradijs. Het dal van Agaete is een groene oase omgeven door bergen. Pittoreske witte dorpjes liggen op terrassen, geflankeerd door palmbomen en plantages met bananen, sinaasappels, avocado’s, mango’s, papaja’s en cactussen. Spaanse veroveraars vestigden zich in de vijftiende eeuw op het eiland en ontwikkelden plantages die al eeuwenlang goed gedijen in het subtropische klimaat.
De oude Spaanse finca in Agaete (met zwembad) vormt het ideale uitgangspunt voor de SNP-trekking. Groene bergruggen rondom nodigen uit tot lange verkenningstochten over eeuwenoude goed onderhouden en bewegwijzerde voetpaden, de Caminos Reales. Geniet met volle teugen van het uitzicht op de vallei vanaf de uitstekende rotspunt Montaña Bibique (645 meter)!
Sfeervolle pensions uit vervlogen tijd
Zo weelderig als de finca’s zijn, zo stijlvol zijn de huizen die de Spaanse kolonialisten achterlieten. Een verblijf in het charmante hotel van Agaete is een ware belevenis. Het gebouw ademt nog steeds de sfeer van vervlogen tijden: ramen met mooie ronde bogen, een galerij versierd met gedetailleerd houtsnijwerk, houten pilaren en een zalmkleurige gevel. Als gast stap je de negentiende eeuw binnen, je hebt de neiging om voorzichtig te lopen over de houten vloeren om de gravin des huizes niet wakker te maken. Een duik in het moderne buitenzwembad zet je terug in de eenentwintigste eeuw.
Eveneens zeer karakteristiek is het hotel in het hoogst gelegen plaatsje Tejeda (1050 meter). In de negentiende eeuw verwierf dit gebouw faam als bergpension voor dichters, schilders en andere romantici. De ligging te midden van een weidse bergwereld maakt dromerig. In het voorjaar kleuren vele bloeiende amandelbomen de omgeving wit. Het gerenoveerde hotel is voorzien van alle moderne gemakken, maar bewaart nog een zweem van die authentieke sfeer.
Eeuwenoude grotwoningen Gran Canaria
De oerbewoners van de Canarische Eilanden waren de Guanchen. Vanaf een paar eeuwen voor Christus heerste het volk over de eilanden, tot de Spaanse veroveraars in de vijftiende eeuw snel korte metten maakten met de bevolking die nog deels in het stenen tijdperk leefde. Toch zijn er tastbare overblijfselen van de Guanchen op Gran Canaria: de necropolis van Arteara is een prehistorische begraafplaats met meer dan duizend grafheuvels. En op veel plekken kun je honderden prehistorische grotwoningen bewonderen.
Voor de wandelaar zijn de grotwoningen de meest opvallende relikwieën uit een ver verleden. Tijdens een wandeling door een spectaculaire kloof zie je rotsholen op de meest onwaarschijnlijke plekken, uitgehakt in steile bergwanden. Sommige zijn nog steeds bewoond, andere ruimten fungeren als opslagplaats voor oogst of vervoer. Schrik niet als je het geluid van een tv of een draaiende wasmachine uit de grot hoort komen, een opzienbarende mengeling van prehistorie en moderniteit.
Hoogvlakten in een grillige bergwereld
Het grillig gevormde gebergte van Gran Canaria spreekt tot de verbeelding, met een beetje fantasie zie je de immense vulkaanexplosies voor je die het landschap schiepen. Een lieflijke hoogvlakte verwacht je niet direct in deze ruigte. Wonderlijk genoeg herbergt het eiland meerdere hoogvlakten begroeid met inheemse pijnbomen en sappige weide.
Wandelend over de hoogvlakte Mesa de Soria kun je genieten van het panorama over het eiland en de buureilanden die als molshopen oprijzen uit de oceaan. Aan weerszijden van de hoogvlakte stuit je op rotswanden die kaarsrecht de diepte ingaan, en hellingen met barrancos, diepe geulen die de bergwand verticaal doorsnijden in een waaiervorm. Overtollig regenwater vindt een weg door de kloven naar beneden. Een wandeling over de licht glooiende vlakte garandeert prachtige uitzichten.
De boegbeelden Roque Nublo en Bentayga
Twee markante rotstorens vormen de boegbeelden van Gran Canaria. Roque Nublo en Bentayga staan onafhankelijk van elkaar op de randen van diepe ravijnen, een wonderlijke aanblik in een geërodeerde omgeving. De oorspronkelijke bewoners, de Guanchen, vereerden de twee opvallende pieken, die nog steeds een magische aantrekkingskracht uitoefenen op bezoekers van het eiland. Spaanse schrijvers bejubelden de conische vormen. De dichter-historicus Unamuno typeerde het landschap als een versteende storm. Een wandeling vanuit het gehucht La Culata (1225 meter) leidt naar de basis van de tachtig meter hoge Roque Nublo (1813 meter) met prachtige vergezichten op de bergen rondom.