De vrolijke vlooienbalen van Peru Onvergetelijke ervaringen in Peru

Door: Matthijs Meeuwsen 

Doorgewinterde reizigers hebben nog wel eens de neiging om met enig dedain over toeristische trekpleisters te oordelen. Niet altijd terecht. In de massaal gedeelde drang om zo ver mogelijk buiten de gebaande paden te reizen, vergeten we namelijk te vaak dat veel bekende hoogtepunten met reden bekende hoogtepunten zijn geworden: omdat ze van grote natuurlijke en/of culturele waarde en/of schoonheid zijn.

Legpuzzel

Voor mij is Machu Picchu in Peru hier het schoolvoorbeeld van. Ja, de ‘verborgen’ Incastad is tegenwoordig met de beste wil van de wereld niet meer verborgen te noemen. En ja, de 2.500 toeristen die dag in dag uit worden toegelaten, drukken helaas onvermijdelijk hun stempel op het landschap. Maar aan de pracht van de bestemming zelf doet het verder weinig af. Kijk die piekfijne puntbergen! Kijk die gifgroene grasterassen!

En kijk die onmogelijke legpuzzel van eeuwenoude stapelmuurtjes! Je kunt Machu Picchu duizend keer op internet voorbij hebben zien komen, maar de beelden verbleken bij dat moment dat je ineens in de eerste zonnestralen van de dag de monumentale ruïnes ziet opdoemen.

Vlooienbeten

Toen ik een paar jaar geleden zelf Machu Picchu bezocht, was ik zo bevangen door de schoonheid van het ansichtkaartenplaatje, dat het de volgende dag alweer begon te kriebelen om terug te gaan. Nogal letterlijk. Mijn benen en armen werden namelijk gegijzeld door een jeuk zo hevig dat er in mijn hoofd een dalai lama’eske discipline nodig was om de huid niet tot bloedens toe open te krabben. Pas na uren gissen naar de oorzaak viel de peso: vlooienbeten. Beten van de vlooien van de lama’s van Machu Picchu om precies te zijn.

Bravoure

Kijk, lama’s hebben de neiging om zelden bang te zijn voor mensen (ze werden immers al 4.000 tot 5.000 jaar voor het begin van onze jaartelling gedomesticeerd) en met eenzelfde bravoure steile bergflanken te trotseren. Het zijn twee eigenschappen die uitstekend van pas komen in Machu Picchu, waar het bezoekersaantal bijkans gelijk is aan de hoeveelheid venijnige klautertrappen.

Chagrijn

Logisch dus dat er in de ruïnestad al jaren een bonte kudde lama’s rondscharrelt. Hoewel ze niet onder toezicht staan van een eigenaar, zijn ze tam genoeg om er gewoon naast te kunnen neerploffen in het gras en ze eens goed van dichtbij te bekijken. Dankzij hun flexibele onderkaak lijken de dieren mee te dingen naar het open Peruaans kampioenschap gekke bekken trekken. Spugen? Ja, een welgemikte fluim – tot een meter of vijf met chirurgische precisie afgevuurd – behoort wel degelijk tot de natuurlijke zelfverdediging van de lama. Wees echter niet bang: ondanks zijn reputatie als chagrijn van de Andes wordt dit middel doorgaans niet bij de eerste de beste irritatie ingezet.

Schaapkamelen

In mijn verdere rondreis door het magistrale Peru stuit ik ook meermaals op de drie naaste verwanten van de lama. De guanaco, zijn wilde tweelingbroer, die met zijn rossige koppie tot hoogtes van boven de 4000 meter klimt. Alpaca’s, met een haardracht in twee uitvoeringen: modelletje Bob Marleyconcert (denk: dikke dreadlocks van lange vezels) of type poedel met föhnverslaving (denk: vol en wollig). En de vicuña, met de zachtste en fijnste wol van alle vier de ‘schaapkamelen’. Hoewel ook de warme en waterafstotende vacht van alpaca’s al eeuwen in trek is in de Andes, wordt er voor vicuñawol nog vorstelijker betaald. Ooit mochten alleen de koningen van de Inca’s het ragfijne spul dragen, maar inmiddels leggen (rijke) reizigers zonden blikken of blozen honderden euro’s op de toonbank voor een paar vicuñasokken of -sjaal. Nu maar hopen dat er in de souvenirs geen vlooien zitten.

Nog 3 onvergetelijke ervaringen in Peru

  • Spot condors in het magistrale Canyon del Colca; meer dan tweemaal zo diep als de Grand Canyon.
  • Drink thee van cocabladeren in het charmante Cusco.
  • Vaar in een rieten boot naar de drijvende Uros eilanden op het Titikaka meer; eveneens van top tot teen opgebouwd uit riet.