Een vallei vol plantages met tropische vruchten, dan een afmattende klim naar de Roque Cano, de gestolde kraterpijp die opzichtig boven Vallehermoso uittorent. Vandaag staat de wandeling naar Hermigua op het programma. Ruim negenhonderd meter stijgen en evenzovele meters dalen. Niet mis. In de verte steekt het besneeuwde topje van El Teide op Tenerife boven het wolkendek uit. De afdaling naar Agulo is steil, steiler, steilst. Een schilderachtig plaatsje, Agulo, op een hoogte van tweehonderd meter tussen zee en kliffen ingeklemd. We struinen door de smalle straatjes, gaan op zoek naar een terrasje en besluiten dat dertien kilometer lopen eigenlijk wel genoeg is voor vandaag.
Welke op elk menu prijkende specialiteit zullen we eens proberen? Papas arrugadas, de kleine aardappeltjes met dat heerlijk ogende zoute korstje? Of toch de almogrote, een soort kaaspaté? Mojos, daar zijn ze hier dol op; de rode saus is scherp, de groene mild. Het schemert al als we voor de laatste paar kilometers een lift krijgen. De hoofdweg door het dal is lang, de huizen van Hermigua liggen ver uit elkaar. Dag in dag uit hebben we het eiland voor ons alleen, tenminste, zo lijkt het ook de volgende dag, wanneer we vanaf de sterk aan erosie onderhevige kust ten oosten van het dorp de mooiste vergezichten op zee bewonderen. Zittend op het verlaten lavastrand van Santa Catalina hebben we de vier pilaren van het oude bananen verlaadstation El Pescante in het vizier. Te bedenken dat het hier ooit een en al bedrijvigheid is geweest..
Tekst gaat verder onder de foto's.