Door Patricia Hengeveld
Op een stoffig karrenspoor ploffen we neer. We hebben de eerste kilometers van het wandelen in de benen en zijn in de landelijke omgeving van het gehuchtje Le Tilleul beland. Uit onze rugzak pakken we een broodje, een fles water en een paar bramen die we onderweg geplukt hebben. Even uitpuffen en genieten van een welverdiende pauze. De zon schijnt volop en er is in geen velden of wegen iemand te bekennen. Eenvoudig, maar voor mij het summum van geluk.