Tekst: Anne Wesseling
De vroege herfst is een ideale tijd voor een rondreis door oost-Canada en New England. Je vermijdt de drukte van de zomer en met een beetje geluk (en een goeie planning) pak je de Indian Summer mee. SNP-reisspecialist Sanne Copal ging je voor en neemt je mee langs vijf topplekken. ‘Met open mond zitten we in de auto. De kleuren, de bergen, het uitzicht over zee… Het is zó indrukwekkend en mooi!’
Herfstkleuren in de Appalachen
Met open mond zitten we in de auto, richting White Mountains in New Hampshire, een gebergte dat deel uitmaakt van de Appalachen. Het landschap wordt steeds ruiger en de herfstkleuren steeds feller. Het is half oktober. Eigenlijk leek me dat te laat om het hoogtepunt van de herfst nog mee te maken. Maar vlak voordat wij aankomen, is er de eerste nachtvorst en snel daarna wordt het weer lekker warm - precies de ideale omstandigheden voor een Indian Summer, als de herfst op z’n mooist is. Hier, in de Appalachen, vallen we er middenin. Op de weg van Bethlehem naar Jackson rijden we dwars door de bergen, over de belangrijkste toegangsweg voor de White Mountains, de weg heeft overal aftakkingen naar plekken waar je kunt wandelen, bijvoorbeeld richting Mount Washington, de hoogste piek van de White Mountains. We volgen een van de paden en wandelen zigzaggend tussen de bomen door naar een uitkijkpunt. We zien een zee van gele bomen, heuvels, water… Wow, wat is dit mooi!
Indian Summer op z’n mooist
‘Je bent hier precies op het goeie moment, voor de Indian Summer,’ horen we bij het Visitor Center in Kejimkujik National Park, op het Canadese schiereiland Nova Scotia. Je zou het niet zeggen, want buiten hóóst het, maar we laten ons niet afschrikken. Er staan gereserveerde mountainbikes klaar, dus hop, we gaan. En dat is maar goed ook, want onder de bomen valt het met de regen best mee. Kejimkujik is een gebied met talloze kleine meertjes en met die prachtig verkleurde bomen langs de oevers is het vaak net een ansichtkaart, we stoppen voortdurend om foto’s te maken.
De volgende ochtend klaart het gelukkig op. We reizen door naar het noorden van Nova Scotia. Over de brug bij Aulds Cove, waar we een tijdje staan te kijken naar de zeearenden (en een zeehond!) verder naar Ingonish Beach. We rijden dan inmiddels op de Cabot Trail, een autoroute die bekend staat als een van de mooiste van Canada. Terecht! Er zijn ook hier talloze wandelingen uitgezet, maar de Skyline Trail is de spectaculairste. Een rondwandeling van acht kilometer, over een plateau met waanzinnig uitzicht op de bergen en over zee. Halverwege kijk je echt de diepte in. Duizelingwekkend!
Elf meter getijdenverschil
Als we Nova Scotia verlaten, rijden we weer een totaal ander gebied binnen. In plaats van herfstkleuren zien we hier, langs de Fundy-baai, vooral de kleur van klei, zo ver je kunt kijken. Het is eb als we aankomen, maar over een paar uur zal het er totaal anders uitzien. Het getijdeverschil loopt hier op tot maar liefst elf meter, dat is een attractie op zich. Hope Well Rocks is het mooiste punt om te zien hoe de vloed opkomt. Als je dan een paar uur later terugkomt, kun je lopen naar waar net nog water stond, onderaan een elf meter hoge rots, op een plek waar straks water zal staan, tot meter boven ons hoofd. We voelen ons minipoppetjes, naast die enorme rots.
Als we aan het begin van de avond een stukje gaan rijden, is er nog een verrassing: herten. Zoveel deer had ik echt niet verwacht. We zien ze in groepjes van vier, of alleen, soms zelfs een hele kudde. Een paar keer blijft er een groepje herten midden op de weg stil staan als we langzaam aan komen rijden. In het zicht van de koplampen staan ze stokstijf stil, als in een tekenfilm bijna. Tot er één begint te rennen, dan gaan ze allemaal mee.
Dwergvinvissen en beluga’s
Langs de monding van de Saint Lawrence rivier tijden we verder naar Taddoussac. De kustlijn is hier prachtig, met overal rotsen, baaitjes, stranden en eilandjes waar je met eb naar toe kunt wandelen. Maar deze kust is om nog een reden bijzonder: vanwege het zuurstofrijke water leven hier het hele jaar door walvissen.
Van Baie-Sainte-Catherine pakken we de ferry naar Taddoussac. Die overtocht over de Saint Lawrence rivier duurt maar tien minuten, maar in die korte tijd zien we beluga dolfijnen. Tijdens een walviscruise van drie uur vertelt de gids over het ecosysteem, en over het onderzoek dat hier gedaan wordt naar het gedrag van onder meer de dwergvinvissen, de minke whales.
Maar zelfs zonder excursie kun je hier walvissen zien. We overnachten verder landinwaarts op een unieke locatie, in Pourvoirie du Cap, in een cabin tegen de heuvel, met een uitzicht op de Saguenay rivier en de bergen erachter. Tip: je kunt langs de Saint Lawrence rivier ook op verschillende plekken kajaks huren.
Een houten cabin, met uitzicht op een meer
Jacques Cartier National Park, pakweg 200 kilometer naar het zuiden, bestaat uit bergachtig gebied, met toppen tot zo’n zevenhonderd meter. De bossen zijn hier weer een stuk groener en er is nog een verschil: het is drukker. In dit nationale park komen in het weekend namelijk veel dagjesmensen uit Quebec. Desondanks is er ook het echte kampeergevoel: we slapen in een houten cabin, met uitzicht op een meer. Lekker picknicken in de natuur, voor jezelf koken, nergens wifi, je voelt je helemaal weg van de wereld.
Jacques Cartier National Park is onze laatste echte ‘natuur’-stop. Tijdens de laatste dagen van onze reis bezoeken we de steden Quebec en Ottawa. Quebec is als stad redelijk klein en knus (vooral het oude centrum), maar als we op de laatste dag door het zakendistrict van Ottawa lopen, moeten we echt wennen aan de drukte. Natuurlijk, de parlementsgebouwen zijn prachtig en het oorlogsmuseum is interessant, maar we voelen ons pas echt weer op onze plek in het Parc du Lac-Beaucamp, waar we nog even kunnen genieten van de gekleurde herfstbladeren. Zo zie je: in Canada hoef je, zelfs middenin de stad, nooit lang te zoeken naar de natuur.
Wanneer boeken om Indian Summer mee te maken?
Acadia National Park en de White Mountains bezoek je tijdens onze actieve rondreis door Massachusetts, Maine, Vermont en New Hampshire. Tijdens de actieve rondreis van New York naar Niagara Falls maak je onder meer een fietstocht op Martha’s Vineyard en wandelingen in The Berkshires en de Adirondack Mountains. Voor wandelaars tippen we ook de individuele wandelvakantie Nova Scotia, waarbij je onder meer gaat wandelen in Kejimkujik National Park en een walvisexcursie maakt in Chéticamp.
Reis je met kinderen? Dan is ‘Canada - Quebec Camping kids’ misschien wel jullie droomreis. Tijdens deze avontuurlijke rondreis verblijf je onder meer in Parc National du Mont Tremblant en gaan jullie als een echte ‘trapper’ zwerven door donkere wouden op zoek nar beren, elanden en kariboes. Je verblijft in ingerichte tenten, vaak middenin het bos!
Een volledig overzicht van onze Canada-reizen vind je hier.
Heb je vragen? Bel Sanne en haar collega’s
Sanne Copal is een van onze reisadviseurs met Canada als specialisatie. Sanne en haar collega’s zitten klaar om je vragen beantwoorden, bel ze op 024-3277000.
