Fietsen in Groningen

Fietsen door Noordoost-Nederland

Werelderfgoed Veenhuizen, vestingstad Bourtange en de hangende keukens van Appingedam, ik heb ze allemaal nog nooit gezien. Hoog tijd om daarom naar Grunn (Groningen) af te reizen, voor een weekje fietsen in Noordoost-Nederland.

Bitter & zoet

Start- én finishpaats is Bedum. Waar Walfridus, die rond het jaar 1.000 vocht tégen het water en vóór het christendom, wreed werd vermoord, en waar nu zowel de scheefste kerktoren van ons land staat als Hotel ’t Gemeentehuis. Een krakend knus hotel in wat ooit − je raadt het al − het gemeentehuis was. Van hieruit volg ik, na het ontbijt met Boterdiepzicht, stille wegen en dito fietspaden. Naar stokoude mini-dorpjes ‘hoog’ op een wierde, zoals Ferwerd, Ezinge en Niehove (in 2019 verkozen tot mooiste dorp van Nederland). En langs het Iwema Steenhuus (rond 1400 gebouwd en nu een streekmuseum) en de Zwartendijkster Schans (opgeworpen in de 16e eeuw, om de weg naar Friesland te beschermen tegen Spaanse troepen). Dag 2 eindigt in Veenhuizen: werelderfgoed in Drenthe. Gesticht als Kolonie van Weldadigheid in de 19e eeuw, met het idee armoedzaaiers een kans op een beter leven te geven. Maar in de monumentale gebouwen − met namen als Orde en Tucht of Werk en Bid – vind je vandaag ateliers, een brouwerij en fijne eet- & slaapadresjes. Bij Bitter en Zoet knijp ik dan ook in de remmen. 

Exloërzijl & Jipsingboermussel

Rond Veenhuizen schitteren uitgestrekte natuurgebieden, zoals het Fochteloërveen: dé plek voor kraanvogels, kiekendieven en een uiterst zeldzaam vlindertje: het veenhooibeestje. Ik zie ze allemaal… niet. Wel klinkt er overal gekras, gekwaak, getjilp en gekwinkeleer, spikkelt pluizig wollegras het veen wit en kijkt een dozijn reebruine ogen mij aan. En ja, dat is ook mooi. 
Net als Nationaal Park Drentsche Aa. “Oeroud landschap met grafheuvels en hunebedden uit de prehistorie”, zo staat er op een bord te lezen. Hier fiets ik fluitend tussen jeneverbesstruiken, kronkelbeekjes en dotterbloemen, en door eeuwenoude es-dorpjes (met zo’n centrale brink) als Zeegse, Anloo en Taarlo. En dan volgt het Ballooërveld, alias de grote heide, met ruim 400 schapen, grazend in de zon. Waarna de Herberg van Anderen opduikt, in een dorp van zes straten, 800 jaar oud. 

De volgende ochtend bewonder ik hunebed D21, een prehistorische beauty onder een reusachtige lindeboom. Waarna ik, de Hondsrug volgend, de heuvelrug tussen Groningen en Emmen, in Odoorn beland. Voor mij duiken nu Exloërzijl, Valthermond en Jipsingboermussel op. Dorpen in polderland wat ooit een groot moeras was. Met slechts één karrenspoor, de handelsroute tussen Groningen en Münster, via Ter Apel. Een stokoud stadje met een klooster uit de 15e eeuw, met pal daarnaast het Boschhuis: een gastvrij café-restaurant-hotel.

Knötepunkte & hangende keukens

Dag 5 begint met Ter Wisch, Ter Borg en Jipsinghuizen: oude es-gehuchten. Waarna ik, de kronkelende Ruiten Aa volgend, Bourtange bereik. Een stervormig verdedigingswerk uit de 16e eeuw, voorzien van grachten en een klein marktplein, zonovergoten en terrasrijk. Een boogscheut verder ligt Duitsland. Het Emsland om precies te zijn, dat gründlich is voorzien van fietsroutes en Knötepunkte. Noordwaarts trappend, langs de Eems, kom ik uit bij Papenburg. Een knus stadje met een knots van een scheepswerf waar cruiseboten worden gemaakt, formaat Bijlmerflat. In het stadje zelf is het vandaag feest. Er zijn foodtrucks met tongstrelende snacks en een trio in matrozenpak zingt ‘Junge, komm bald wieder nach Haus’. 

Dat doe ik niet. Wel keer ik terug naar eigen land, waar ik, fietsend langs de Westerwoldse Aa, het meest noordoostelijke gehucht van Nederland bereik: Nieuwe Statenzijl (6 huizen, 1 kraampje met koffie én De Kiekkaste: een buitendijkse vogelkijkhut, uitkijkend over de slikvelden van de Dollard). Meer afstapwaardigheden volgen. Zoals? Ontelbare lammetjes, Termunterzijl (beschermd dorpsgezicht, ontstaan na 1601, toen hier een sluis werd aangelegd) en Appingedam (dat in de 17e eeuw heftig concurreerde met Groningen-stad, van die rijke historie getuigen de oude panden, de hangende keukens boven het Damsterdiep en het raadhuis uit 1630). Op dag 7 keer ik terug naar Bedum. Via Doodstil, Rottum en Middelstum, ook weer afstapwaardig. Want jawel, Noordoost-Nederland is een bijzondere hoek van ons land, rijk aan natuur en historie. Vriendelijk en gastvrij. Het was hier fijn op reis te zijn. 

Door: Kees Lucassen
Foto's: Kees Lucassen

De fietsreis van SNP

Zelf deze fietsreis maken om deze bijzondere hoek van ons land te ontdekken? Dat kan! Boek de 7-daagse fietsvakantie incl. bagagevervoer bij SNP Natuurreizen. 

Bekijk de reis