Wandelen voor beginners

Wandelen voor beginners 9 vragen & antwoorden

Beginnen met wandelen is een uitstekend idee

Hippocratus wist het al: wandelen is het beste medicijn. Het is gezond en je wordt er ook nog eens bewezen gelukkiger van. Beginnen met wandelen is dus een uitstekend idee! Om je goed op weg te helpen, zetten we een paar beginnersvragen en antwoorden op een rij.

Door: Sjiva Janssen

1. Hoe voorkom je in het begin dat je moe wordt?

Hou de afstanden klein en ga regelmatig wandelen. Liefst elke dag, maar als dat niet lukt minimaal 2-3 keer per week. Na verloop van tijd zul je merken dat je lichaam went aan de gebruikelijke afstand en dat het makkelijker wordt om steeds verder en langer te lopen. Nog een goede tip om minder snel vermoeid te raken: verdeel de afstand over 2 of 3 korte wandelingen in plaats van één lange tocht. Doordat je spieren tussendoor rust krijgen, zul je de vermoeidheid veel minder of amper voelen. Voordat je het weet, loop je tien kilometer op een dag!

2. Hoe kun je meer structuur brengen in het wandelen?

Soms heb je niet altijd evenveel tijd om veel te wandelen. Je kunt het wandelen ook goed combineren met allerlei andere taken of bezigheden. Denk aan boodschappen doen, een bezoek aan tandarts, een lunchafspraak, een telefonisch werkoverleg, veel kun je wandelend doen. Laat de auto vaker staan. Misschien kun je iets minder spullen dragen in de boodschappentas en kost het je iets meer tijd, maar als je later weer thuis bent, ben je alweer verder op weg met je wandelontwikkeling. 

3. Hoe voorkom je dat het saai wordt?

Elke dag hetzelfde blokje om of hetzelfde bospaadje is op den duur minder spannend. Verandering van spijs doet eten! Probeer daarom ook eens nieuwe routes uit of een compleet nieuwe omgeving. Hierdoor blijf je steeds weer nieuwe dingen ontdekken. Trakteer jezelf ook eens op een extra mooie wandelroute in een aantrekkelijk (natuur)gebied. Het oog wil immers ook wat tijdens het wandelen. En een klein, kronkelend en onverhard pad is leuker (en voelt prettiger voor de voeten) dan een kaarsrechte brede en harde asfaltweg.

4. Is het verstandig om vaak te pauzeren tijdens een lange wandeling?

Hoe langer de wandeling, des te belangrijker het is om je lichaam regelmatig even de tijd te geven om weer te kunnen herstellen. Een korte pauze is al genoeg om wat verlichting te brengen. Regelmatig een korte pauze houden, komt je energiehuishouding dan ook ten goede en zo houd je het uiteindelijk langer vol.

5. Wandelstokken, is dat nou echt nodig?

Het gebruik van wandelstokken helpt om de krachten te verdelen, zodat je benen het langer vol houden. Voor een dagtocht in Nederland is het misschien een beetje overdreven, maar als je met een zware rugzak zou gaan lopen of in de steile bergen, dan is dit zeker een aanrader om wandelstokken te gebruiken.

6. Wat maakt iets een goede wandelschoen?

Het grote verschil met een 'gewone' stadsschoen is dat er in 'echte' wandelschoenen vaak meer schokdemping zit, ze iets meer ondersteuning geven en meestal een dieper zoolprofiel hebben. Hierdoor heb je bijvoorbeeld meer grip op een modderige helling. Een goede wandelschoen is het belangrijkste onderdeel van je wandeluitrusting.

7. Hoe weet ik welk type wandelschoen voor mij geschikt is?

Om je te helpen bij de keuze voor een type wandelschoen, werd tientallen jaren geleden al een systeem bedacht om verschillende soorten wandelschoenen in te delen: het ABC en D systeem, waarbij A de lichtste soort is en D het zwaarste. In Nederland volstaat een A-schoen bijna altijd, of een A/B schoen met een hogere schacht voor wie geen stevige enkels heeft. Een B-schoen is een klassieke bergwandelschoen, tevens met een hoge schacht en een nog stijvere zool.

8. En hoe zit het met wandelsokken?

Bij een paar goede wandelschoenen hoort ook een paar goede wandelsokken. De sokken spelen een hele grote rol bij het droog houden van je voeten en daarmee het voorkomen van huidirritaties en blaren. Dat is ook de reden dat katoenen sokken niet geschikt zijn om te wandelen, want katoen heeft de eigenschap om vocht graag en lang vast te houden. Natte voeten worden week en zijn veel gevoeliger voor irritaties en blaren.

Een wandelsok is daarom van synthetisch materiaal of wol of een combinatie van die twee. Verder moet een goede wandelsok niet te krap of te ruim zitten en moeten de naden volledig weggewerkt zijn in het breisel (aan de binnenkant), zodat er geen drukpunten ontstaan. Hoe minder wrijving, hoe minder kans weer op huidirritaties en blaren.

9. Hoe kleed ik me het beste?

Als wandelaar wil je comfortabele kleding aan die niet in de weg zit, je droog houdt én warm, maar waarin je ook niet snel gaat zweten. Daarom is het drielagensysteem bedacht. In het drielagensyteem is de eerste onderlaag bedoeld om je vooral droog te houden door transpiratievocht af te voeren, de tweede laag - de tussenlaag – om je extra warm te houden als het buiten wat kouder is - en de derde buitenste laag beschermt je tegen de wind en de regen. 

Drie klassieke instinkers!

1. In de winter als het koud is een fles water meenemen. Dit wordt ijskoud buiten. Dat drinkt niet lekker weg en kost je extra energie om weer warm te worden. Tip: neem als het koud is een thermosfles mee met warme thee.

2. Weerbericht niet gecheckt en nu wordt je plots overvallen door een regenbui? Je zult niet de eerste zijn in Nederland. Zorg dat je altijd een paraplu of regenkleding bij je hebt als dat nodig is.

3. Verdwalen in Nederland onmogelijk? Ha, niet als je nog in het bos bent terwijl de duisternis invalt. Je ziet dan plots geen steek voor ogen meer en raakt heel snel en volledig de oriëntatie kwijt. Zorg dus dat je voor het donker het bos uit bent.
 
Bekijk hier alle wandelvakanties in Nederland