paklijst wandelvakantie

Paklijst wandelvakantie

Wat meenemen op wandelvakantie?

In onderstaande basis paklijst wandelvakantie vind je uitrusting die je minimaal nodig hebt voor een wandelvakantie. Daarnaast moet je rekening houden met ‘standaard’ bagage zoals vrijetijdskleding, toiletspullen, medicijnen en overige persoonlijke bezittingen. Ga je een trektocht maken in de bergen? Kijk dan voor een volledige paklijst op paklijst huttentocht. Tijdens veruit de meeste SNP wandelvakanties wordt je bagage vervoerd. Maar wat houdt dat precies in, wandelen met bagagevervoer, en waar moet je rekening mee houden? Lees wandelen zonder bagage, hoe werkt dat?

Paklijst wandelvakantie

De basis

* rugzak (ca. 30 liter) met ‘ingebouwde’ regenhoes
* ingelopen wandelschoenen en reserveveters

Kleding

* sneldrogende lange en korte of afritsbroek
* luchtige kleding (warme streken) * in frisse streken: thermo ondergoed (legging en shirt) van (merino)wol of kunststofvezel
* dunne shirts en fleecevest e/of softshell die je in laagjes over elkaar aan kunt trekken
* wind- en waterdichte jas + regenbroek (ademend)
* wandelsokken
* zonnepetje of -hoed
* zwemkleding

Navigatie

* mobiele telefoon met gedownloade route op SNP Reis App (mits beschikbaar)
* oplader / powerbank (plus oplaadsnoeren)
* eventuele kaarten en kaartenhoes
* kompas en/of gps-ontvanger (vergeet de extra batterijen niet!)

Documenten

* GELDIG ID-bewijs (paspoort/ id-kaart + eventueel visum)
* bankpas / creditcard / contant geld
* reisverzekeringsbewijs / inentingsboekje/ pasje zorgverzekering
* SNP-reisinformatie met met adressenlijst en belangrijke telefoonnummers

Toiletartikelen

* biologisch afbreekbare zeep/shampoo
* handdoek (sneldrogend en lichtgewicht)
* zonnebrandmiddel / lippenbalsem (factor 30 of hoger)
* basis EHBO-set met o.a. pijnstillers, jodium, rekverband, blarenpleisters, sporttape (ook voor noodreparaties)

Eten en drinken onderweg

* versnaperingen voor onderweg: mueslirepen, noten, chocolade etc
* lunchtrommel * bidon(s) of waterfles (min. 1 liter)

Diversen

* verstelbare wandelstokken
* wereldstekker (mits van toepassing) * zonnebril
* fotocamera en extra batterij en/of extra geheugenkaartje
* gamaschen (optioneel voor tochten die door sneeuwvelden of natte gebieden gaan)
* zitmatje
* zakmes

Wandelschoenen

Het type wandelschoen dat je kiest voor je wandelreis, is afhankelijk van het terrein en de drager. Heb je zwakke enkels en/of ga je het hooggebergte in, dan kies je eerder voor hoog sluitende en stevige schoen die veel zekerheid biedt. Anderen hebben liever lagere, lichte en soepele (comfortabele) schoenen die juist weer prima geschikt zijn als je in glooiend terrein loopt. Kies je voor een reis waarbij beide terreinsoorten op ‘het programma’ staan, neem dan altijd een zwaardere schoen. Dan weet je zeker dat je op alle omstandigheden bent voorbereid.

Voor iedere wandelschoen, licht of zwaar, geldt dat hij altijd een goede, stevige (Vibram) zool, met veel grip nodig heeft. Je mag er zeker geen stenen doorheen voelen. Koop wandelschoenen bij voorkeur een maatje groter, zodat je tenen in een afdaling niet tegen de voorkant stoten (en knip vooral ook goed je teennagels….!). Bovendien zwellen voeten wat op tijdens een lange wandeling. Laat je in de buitensportwinkel uitgebreid voorlichten en vertel wat je van plan bent. Moderne wandelschoenen moeten meteen lekker zitten, je hoeft ze niet in te lopen.

Tot slot: maak een paar weken voor vertrek een flinke wandeling om te kijken of je schoenen nog lekker zitten en geen zwakke plekken vertonen. Het komt regelmatig voor dat schoenen die langere tijd niet zijn gebruikt, spontaan uit elkaar vallen na een uurtje lopen.

Check vooraf ook vooral de zool van je schoenen. Deze mag niet teveel profiel hebben verloren, want daarmee raak je je grip in lastig terrein kwijt. Het is overigens niet altijd nodig om meteen nieuwe schoenen te kopen als de zool is versleten. Bergschoenen kun je prima een tweede leven geven door ze te laten verzolen bij een gespecialiseerde schoenmaker. Doe dit vooral ruimschoots op tijd, zeker vlak voor het zomerseizoen!

Naast goede schoenen heb je ook wandelsokken nodig. Zorg voor een passende, niet te dunne sok zonder vervelende naden. Neem minimaal twee paar sokken mee zodat je altijd droge sokken aan kunt trekken. Was je sokken onderweg regelmatig uit en klop ze voor je wandeling goed uit zodat er geen steentjes in je sokken achterblijven. Doe dit ook met je schoenen!

Rugzak

Bij de meeste van de wandelreizen wordt de bagage vervoerd. Je loopt dan met een dagrugzak van ca. 30 liter, waarin regenkleding, een (fleece)trui, lunchpakket en waterflessen passen. Kies je een tocht waarbij bagagevervoer niet altijd mogelijk is, dan heb je een grotere rugzak nodig van minimaal 40 liter, voor extra kleding en toiletartikelen. Kies liever een wat grotere rugzak dan je werkelijk nodig hebt dan een te krappe rugzak. Een grotere rugzak kun je eenvoudig ‘insnoeren’ zodat je hem passend maakt aan je tocht. Op deze manier kun je meerdere soorten wandelvakanties doen met dezelfde rugzak.

Zorg verder dat je rugzak altijd een brede, soepele en comfortabele heupband heeft. Pas een rugzak uitgebreid in de winkel en let er daarbij ook op dat je rugpand prettig aanvoelt. Rugzakken zelf zijn nooit waterdicht (tenzij dit duidelijk vermeld wordt). Tijdens een regenbui heb je een regenhoes nodig die je over je rugzak trekt. Tegenwoordig zit deze vaak ‘ingebouwd’ in de rugzak zodat je hem altijd bij je hebt. Als je een regenponcho draagt die over de rugzak heen gaat, heb je geen extra regenhoes nodig. Een regenponcho in bergachtig terrein is echter geen goed idee omdat je dan minder goed zicht hebt over waar je je voeten neerzet. Bovendien wappert een poncho bij harde wind alle kanten op.

Wandelstokken

Wandelstokken kunnen handig zijn voor je evenwicht of om je knieën te ontlasten tijdens een afdaling. Uitgangspunt is echter dat je een tocht kiest die je ook zonder stokken kunt lopen. Als je evenwichtsgevoel te slecht is voor smalle bergpaadjes, gaat een wandelstok je namelijk niet redden. Je moet er ook rekening mee houden dat stokken in de weg kunnen zitten, bv. bij klauterstukjes of gladde trajecten waar je af en toe een hand of beide handen vrij moet hebben. Leer vooral goed met stokken om te gaan, alleen dan kun je er optimaal van profiteren. Kortom: een wandelstok is een persoonlijke keuze, niet iets wat ‘moet’.

Mocht je wél stokken meenemen, zorg dan altijd dat ze verstelbaar zijn. Want als je ze niet nodig hebt, kun je ze inschuiven (‘telescopisch’) of inklappen en passen ze makkelijk in of op je rugzak. Bovendien zijn verstelbare stokken veel makkelijker in je bagage op te bergen. De prijzen van wandelstokken verschillen overigens enorm. De prijs zegt uiteraard iets over de kwaliteit van de stok, maar ook over het materiaal. Titanium en carbon zijn zeer lichte en sterke materialen, maar het maakt de stok ook een stuk duurder. Aluminium stokken zijn goedkoper.

Meer lezen over wandelstokken? Lees meer op oppad.nl over wandelstokken

Kleding

Kies liever verschillende dunne kledingstukken die je over elkaar aan kunt trekken, dan alleen één dikke trui of jas. Dit noemen we het ‘laagjessysteem’. Meestal begin je met veel laagjes en naarmate de dag vordert en je het warmer krijgt, trek je een laagje of meerdere laagjes uit. Om tijdens een regenbui of een pauze juist weer een laagje aan te trekken. Door dit ‘systeem’ heb je het nooit te koud of te warm en kun je je steeds weer aanpassen aan de omstandigheden en ben je ook op elk weertype voorbereid.

Ga je naar een gebied waar je koud en/of nat weer kunt verwachten, dan raden we katoenen kleding ten sterkste af. Katoen droogt zeer slecht en zorgt ervoor dat je sterk afkoelt. Kies tijdens buitensportactiviteiten liever voor natuurlijk (merino)wol of lichtgewicht kleding van kunststofvezel. Dit materiaal is niet alleen warm, het laat ook transpiratievocht door en droogt veel sneller als het nat wordt. Daardoor krijg je het dus veel minder snel koud. Merinowol (van het merinoschaap) heeft daarbij nog eens de eigenschap dat het transpiratiegeur neutraliseert. Oftewel: je ruikt minder.

Tegen de regen neem je over het algemeen een ademende en waterdichte jas en -broek mee. Materialen als goretex (maar er zijn er meer) zorgen ervoor dat een jas of broek wel waterdicht is, maar tegelijkertijd ook ademende eigenschappen heeft zodat je niet drijfnat wordt van condens aan de binnenkant van je jas. Een regenponcho heeft zowel voor- of nadelen. Het voordeel is dat je hem snel aan kunt trekken, je rugzak en handen droog blijven en je er onder kunt lunchen zonder nat te worden. De nadelen zijn dat bij harde wind je broek deels nat wordt. En een poncho is minder handig bij klauterstukjes inde bergen omdat het zicht op je voeten minder goed is.

In de bergen of in koude landen (denk aan IJsland) neem je standaard altijd een muts en handschoenen mee, ook in de zomer. Het weer kan zeer plotseling omslaan met temperaturen dicht of onder het vriespunt. Ja, ook in de zomer! Gamaschen zorgen ervoor dat er geen sneeuw in je schoenen komt, of geen gruis als je in vulkanische gebied loopt. Ze houden ook je voeten droger in lang, nat gras. Gamaschen hebben alleen zin in combinatie met hoge of halfhoge wandelschoenen.

Meer lezen over wandelbroeken? Tien vragen en antwoorden over wandelbroeken

Meer lezen over onderkleding? Tien vragen en antwoorden over onderkleding

Meer lezen over regenkleding? Tien vragen en antwoorden over regenkleding