Toine de Jong was veertig jaar geleden een van de oprichters van SNP. Gert Nieuwboer stapte snel aan boord en is al jaren directeur. Zet de twee oude rotten op de praatstoel en de herinneringen vliegen al gauw heen en weer over tafel.
Lees het interview in ons online magazineGert: “Ik noem Toine altijd de founding father van SNP. Het waren zijn ideeën die veertig jaar terug de basis vormden. Samen met Henny Brinkhof, die was er ook vanaf het begin bij.”
Toine: “We waren beiden net afgestudeerd als biologen.”
Gert: “Er was in die tijd alleen nauwelijks werk. Het was vrij vanzelfsprekend dat je na je studie direct een aanmelding deed voor een uitkering. Of dat je jezelf liet omscholen tot IT’er.”
Toine: “Maar wij hadden dus een ander plan: mensen op sleeptouw nemen de natuur in. Eerst alleen naar de gebieden waar we als biologiestudenten eerder zelf waren rondgeleid. De Duinen van Voorne. De Kampina. Terschelling. Maar al snel kwam er ook de eerste buitenlandse bestemming bij: Serfaus in Oostenrijk. En dat alles dus onder de noemer van onze eigen stichting.”
Gert: “Stichting Natuurstudie Projecten. SNP dus.”
Toine: “Die naam kozen we niet voor niets. We waren een heel idealistische club. We hoopten mensen enthousiast te kunnen maken voor natuurbescherming door ze te laten zien hoe mooi de natuur is. Iets wat je mooi vindt maak je immers niet kapot.”
Gert: “Het plan was toen heus nog niet om een touroperator te worden. Dat woord kenden we toen niet eens.”
Toine: “Die eerste jaren was het echt pionieren. We begonnen gewoon vanuit de woonkamer in een sociale huurflat in Nijmegen. Maar ons concept sloeg aan. Dus al snel waren alle kamers uitgebouwd tot kantoren. Stond er ineens iemand van de gemeente op de galerij. ‘Wij hebben gehoord dat in deze woning een bedrijf is gevestigd.’ Ik kon het niet ontkennen. Op de achtergrond hoorde je alleen maar typemachines ratelen.”
Naïeve biologen
Gert: “Ikzelf kwam er pas na het tweede jaar bij. Als student in Wageningen maakte ik een artikel over de manier waarop je als afgestudeerde bioloog je eigen werk kon creëren. Vandaar dat ik naar Nijmegen werd gestuurd om die pioniers van SNP te interviewen. Eigenlijk ben ik nooit meer weggegaan.”
Toine: “We haalden alles uit de kast om klanten te werven. Folders in de bussen doen. Posters rondplakken door Nijmegen. Maar vooral van die kleine mini-advertenties in kranten en tijdschriften. Het grootste succes was een stukje in de Libelle: ‘met jonge biologen het voorjaar in’. Daar hadden die Libelle-lezers waarschijnlijk een heel andere voorstelling van.”
Gert: “De telefoon stond hier roodgloeiend. De vroege jaren ’80 waren de beginjaren van het alternatieve toerisme. Mensen begonnen verder te kijken dan alleen vakanties naar steden en strand. Veel klanten waren universitair opgeleid, maar er zat ook geregeld een verdwaalde bouwvakker tussen. Wat al die mensen bond was een passie voor de natuur.”
Toine: “En een hang naar avontuur. We ontdekten al snel dat we niet bij elk plantje een kwartier moesten ouwehoeren. Dat zeiden de klanten ook gewoon. Ze wilden simpelweg lekker actief bezig zijn in de natuur.”
Gert: “Tegelijkertijd waren we vastberaden dat onze inhoudelijke kennis als afgestudeerde biologen wel zou doordringen in alles wat we deden. Dus dan zaten we weer met allerlei bibliotheekboeken op schoot om onze brochureteksten om te schrijven tot volwaardige artikelen. We waren echt nog een beetje van die naïeve biologen. Alleen Toine begreep dat er ook geld in het laatje gebracht moest worden om te kunnen overleven. Langzaamaan kreeg het wat meer richting. Dat begon eigenlijk met onze slogan.”
Toine: “SNP: waar het asfalt ophoudt...”
Strop
Gert: “De eerste vijftien jaar waren de vormende jaren. We maakten echt een stormachtige groei door. Er kwamen steeds meer bestemmingen bij. Eerst vooral in Europa. Maar al gauw gingen we ook verder weg. Zimbabwe. Nepal. Costa Rica. Dat waren toen nog bestemmingen waar vrijwel niemand naar toe ging.”
Toine: “Raften in Rusland. Met opblaasbare kano’s de Yukon-rivier af. Dat soort maffe dingen deden we allemaal.”
Gert: “We deden ook aan co-creation. Dan vroegen we op een informatieavond aan zestig man wat zij het liefste in Kamtsjatka wilden doen en bouwden wij onze reis gewoon om hun wensen heen. Dat waren wel baanbrekende projecten.”
Toine: “Of dan kwam er weer iemand op de koffie die als student in Kameroen had gewerkt. Kom maar met een goed voorstel voor een reis, zei ik dan. En voor je het wist hadden we er weer een bestemming bij.”
Gert: “Niet bang zijn. Gewoon doen. Probeer het maar. Dat was echt hoe we te werk gingen.”
Toine: “Als het ging om de organisatie op al die verschillende bestemmingen, was de stormachtige groei nog wel te managen. Maar qua automatisering was het af en toe echt op het randje. In die zin snap ik wel hoe startups zichzelf ook kapot kunnen groeien.”
Gert: “Je moet je voorstellen dat ook de techniek zich ondertussen snel ontwikkelde. We kwamen van ver. De adressen van alle klanten bewaarden we eerst gewoon in een kaartenbakje op kantoor.”
Toine: “En er hingen grote A3-vellen aan de muur om handmatig op in te vullen welke klanten er meegingen op welke groepsreizen. Er was maar één lijst per reis, dus als een nieuwe klant zich aanmeldde gingen die enorme vellen tussen de telefoons heen en weer. Of je moest weer namen met Tipp-Ex weg gaan lakken omdat iemand had geannuleerd.”
Gert: “Dat soort administratieve rompslomp was nog wel vrij eenvoudig te digitaliseren toen de eerste computers kwamen. Maar we moesten op een gegeven moment ook complete bedrijfsprocessen automatiseren.”
Toine: “Dat werd bijna onze strop. We waren biologen, hè. Geen computerspecialisten.”
Gert: “Intern was er ook vaak weerstand tegen zulke technologische ontwikkelingen. Ik weet nog dat sommige medewerkers echt pertinent tegen de komst van headsets waren.”
Weemoed
Toine: “En tijdens de reizen zelf konden we natuurlijk ook nog lang niet beschikken over mobieltjes en gps. Reisleiders waren verplicht om eens in de zoveel tijd naar kantoor te bellen, zodat we wisten dat alles nog goed ging op locatie. Maar op de meeste plekken waren er natuurlijk helemaal geen telefooncellen in het wild.”
Gert: “We verdwaalden ook regelmatig. Als ik met terugwerkende kracht terugdenk aan die tijd vind ik het ongelofelijk dat die klanten het allemaal pikten.”
Toine: “Er werden ook weleens oudere deelnemers op de rug van een reisleider de berg af gedragen.”
Gert: “Ik weet nog hoe ik zelf een canyoning-reis begeleidde in de Spaanse Sierra de Guara. We waren de eersten die zo apenkooiend door die kloven trokken, maar veel van de volwassen deelnemers scheten drie kleuren bagger. En misschien wel terecht. Tegenwoordig worden die trips alleen nog gedaan door zeer ervaren canyongidsen met helmen, wetsuits en allerlei klettersteigmateriaal. Ik had alleen wat touw bij me, en tonnetjes om de spullen waterdicht te houden.”
Toine: “We zijn aan de nodige rampen ontsnapt. Nu zou je meteen worden aangeklaagd. Maar veel van onze reizigers waren juist uit op dat soort avonturen.”
Gert: “Het waren andere tijden. De wereld van het avontuurlijke toerisme stond ook echt nog in de kinderschoenen. Als wij op reis gingen naar het binnenland van Cappadocië of naar de Abruzzen, kwam je in dorpen terecht waar wij echt de allereerste toeristen waren. Toen we voor onze eerste individuele reizen het bagagevervoer op poten moesten zetten, werd ook gewoon de lokale bakker en kruidenier ingeschakeld. Ik kijk er met weemoed op terug, maar nu is dat echt niet meer denkbaar.”
Toine: “Er is heel veel veranderd, ja. Het is nu allemaal veel veiliger. Verantwoorder. Luxer ook vaak. De natuur is mooi, maar er moet wel wat bij te drinken zijn.”
Gert: “En toch is er ook een doelgroep die nu juist weer verlangt naar die eenvoud van toen. Bij sommige van onze Yomads-reizen voor jongere klanten liggen ze gewoon weer in een stapelbed onder de paardenhaar dekens van weleer.”
Toine: “Dat is ook het mooie van SNP. Dat we meebewegen met dat soort behoeftes van de klant.”
Gert: “We zijn geen ondernemers die zich blindstaren op zaken als winstmaximalisatie. Diep van binnen blijven we biologen. We staren toch allemaal even naar buiten als er tijdens een vergadering een sperwer voorbijvliegt. En zo gaat het ook met de ontwikkeling van de organisatie: we kijken altijd wat er gebeurt in onze omgeving en passen ons daar heel organisch op aan.”
Toine: “Evolutie in plaats van revolutie.”
Gert: “Maar uiteindelijk gaat het om die beleving op reis. Mij kun je niet gelukkiger maken dan tijdens een mooie wandelreis. Een goed ontbijt, een waanzinnig landschap en dan de hele dag lekker van A naar B trekken.”
Toine: “Die ervaring is in veertig jaar tijd niet veranderd.”
Gert: “Dat hebben we toch maar mooi neergezet met zijn allen.”
Tekst: Matthijs Meeuwsen
Foto's: JanJaap Zeydner, archief SNP