Klaar voor het vogeltje? De natuurpracht van Costa Rica

Door Matthijs Meeuwsen

Van basilisk tot brulaap: tijdens de 16-daagse fotografiereis door Costa Rica leert fotograaf, bioloog en reisleider Martin van Lokven je alle natuurpracht te vereeuwigen.

Zijn die Costa Ricaanse kikkers echt zo kleurrijk?
“Je doelt natuurlijk op de roodoogmakikikker, die dankzij zijn vuurrode ogen, felgroene lijf en blauwe flanken zo’n beetje de popster van de Costa Ricaanse jungle is geworden. Ja, dat is nogal een kakelbont beestje inderdaad. Maar er zijn er meer, hoor. De aardbeikikker bijvoorbeeld, die in het Engels ook wel de bluejeans frog wordt genoemd. De achterpootjes en het achterlijf van dit vuurrode pijlgifkikkertje zijn namelijk blauw, waardoor het bijna lijkt alsof-ie een spijkerbroek aanheeft. Hij is alleen niet groter dan tweeënhalve centimeter. De eerste keer dat ik er één zag, dacht ik: hoe ga ik die in vredesnaam op de foto zetten?”

 

De macrolens gaat mee dus?
“Sowieso. Dat is ook het mooie van Costa Rica: je kunt er werkelijk alle fotografielessen meteen in de praktijk brengen. Je bent namelijk niet beperkt door een safaribusje, maar kan overal gewoon naartoe wandelen. Macrofotografie? Het wemelt er van de mooie vlinders en insecten. Sluitertijd oefenen? Kijk eens naar die vleugeltjes van de kolibrie. Landschapsfotografie? De Arenal is met zijn conische vorm het schoolvoorbeeld van een vulkaan. Al blijft de jungle natuurlijk de ware ster van de show.”

Welke dieren leg jij in die jungle het liefste vast?
“Costa Rica heeft een onvoorstelbare biodiversiteit. Luiaards, miereneters, brulapen, neusbeertjes, dikke kans dat je ze zult tegenkomen. De vogels zijn ook schitterend – kolibries, toekans, quetzals – maar blijven over het algemeen wel wat meer op afstand. Vandaar ook dat ik persoonlijk de voorkeur geef aan alle amfibieën en reptielen. Ze blijven simpelweg wat rustiger zitten. Als je niet te druk doet kun je er met je camera gemakkelijk een rondje omheen lopen.”

 

Hoe krijg je ze in het vizier?
“In Costa Rica blijft de natuur niet beperkt tot de nationale parken. Ook op de accommodaties word je omringd door de soortenrijkdom. Je stapt ’s ochtends je bed uit, hoort boven je de brulapen schreeuwen en struikelt al over de kikkertjes terwijl je naar het ontbijtbuffet sjokt. Een van mijn favoriete plekken is de Selva Verde Lodge & Reserve nabij Puerto Viejo. De jungle rond de lodge is zeer rijk aan vogels, maar je vindt er ook veel reptielen. Ik beleef er bijvoorbeeld ontzettend veel plezier aan om daar de kroonbasilisken op de foto te zetten; hagedissen met een gifgroene kam op hun kop. En ik herinner me nog goed hoe ik met mijn 200mm-lens pal voor de neus van een slangetje op de grond kon gaan liggen, zonder dat hij er vandoor ging. Geweldig.”

 

En jij bent een vraagbaak voor elke fotovraag?
“Ja, ik help iedereen om de juiste instellingen te kiezen op hun camera. Check je sluitertijd. Zorg dat de ISO-waarde goed is. Denk ook eens aan de scherptediepte. ’s Avonds probeer ik ook altijd een nabespreking van de foto’s te doen, zodat je de volgende dag nog beter voorbereid weer op pad kan. Maar op en rond de accommodaties is er ook enorm veel ruimte om lekker op eigen houtje te oefenen.”

 

En het decor daarbuiten is al even divers, niet?
“Zeker. We gaan op deze reis van het laaglandregenwoud van Sarapiquí naar de kletsnatte natuurpracht van Nationaal Park Tortuguero – met zijn kaaimannen en zeeschildpadden – en van de  woeste Arenalvulkaan naar de dichtbegroeide jungle van Carara. Ook nationaal park Manuel Antonio vind ik persoonlijk een aanrader. Ja, het is wat meer toeristisch, ondermeer omdat in het natuurpark ook een stel schitterende stranden is weggestopt. Maar juist de toegankelijkheid van de natuur vind ik er bijzonder. Tussen de badgasten scharrelen gewoon wasberen en zwarte leguanen en op enkele meters van het strand bungelen al de nodige luiaards in de bomen. Costa Rica is niet voor niets de bakermat van het ecotoerisme.”