Zijn die Costa Ricaanse kikkers echt zo kleurrijk?
“Je doelt natuurlijk op de roodoogmakikikker, die dankzij zijn vuurrode ogen, felgroene lijf en blauwe flanken zo’n beetje de popster van de Costa Ricaanse jungle is geworden. Ja, dat is nogal een kakelbont beestje inderdaad. Maar er zijn er meer, hoor. De aardbeikikker bijvoorbeeld, die in het Engels ook wel de bluejeans frog wordt genoemd. De achterpootjes en het achterlijf van dit vuurrode pijlgifkikkertje zijn namelijk blauw, waardoor het bijna lijkt alsof-ie een spijkerbroek aanheeft. Hij is alleen niet groter dan tweeënhalve centimeter. De eerste keer dat ik er één zag, dacht ik: hoe ga ik die in vredesnaam op de foto zetten?”
De macrolens gaat mee dus?
“Sowieso. Dat is ook het mooie van Costa Rica: je kunt er werkelijk alle fotografielessen meteen in de praktijk brengen. Je bent namelijk niet beperkt door een safaribusje, maar kan overal gewoon naartoe wandelen. Macrofotografie? Het wemelt er van de mooie vlinders en insecten. Sluitertijd oefenen? Kijk eens naar die vleugeltjes van de kolibrie. Landschapsfotografie? De Arenal is met zijn conische vorm het schoolvoorbeeld van een vulkaan. Al blijft de jungle natuurlijk de ware ster van de show.”