Aankomst in het beroemde kunstenaarsstadje St. Ives. Beschermd tegen Atlantische stormen was St. Ives ooit de belangrijkste vissershaven in Cornwall maar, net als elders aan de omliggende kust, raakten de visstanden aan het begin van de 20e eeuw uitgeput en verdween de vissersvloot grotendeels. Al in 1811 bezocht Wiliam Turner het dorpje om de zeegezichten te schilderen en eind jaren 1880 vestigden verschillende kunstenaars zich in het stadje en werd het een levendige kunstenaarskolonie. St.Ives bereikte haar culturele hoogtijdagen in de late jaren 1940 en de jaren 1950, toen de beeldhouwster Barbara Hepworth er woonde. Tegenwoordig is hun werk te zien in de St Ives Tate Gallery, het Barbara Hepworth Museum en de Bernard Leach Gallery.

In het centrum van St. Ives begint deze vierde etappe over het South West Coast Path en wandel je de komende dagen langs de rafelige en ruige klifkust van de uiterste westpunt van Cornwall.  Na de levendigheid van Porthmeor Beach gaat het goed gemarkeerde pad steeds op en neer bovenlangs de ruige granietkliffen. In het voorjaar bloeien er de gele Gaspeldoorn en het roze Engels Gras, in de nazomer paarse Struikhei. Op de steile kliffen broeden Noordse stormvogels en verschillende meeuwensoorten, op zee zie je Jan-van-Genten zich in loodrechte duikvlucht op vis storten. Op de vlak voor de kust liggende puntige Carracks en bij Mussel Point kun je zeehonden op de rotsen zien liggen. Je wandelt bij Wicca Pool over spectaculair gevormde rotsen. Aan de westkant van Zennor Head ligt de diepe, verscholen baai Pendour Cove, de woonplaats van een zeemeermin. Tot slot wandel je landinwaarts naar het fraaie dorpje Zennor. Lengte 12 km, 410 m stijgen en 320 m dalen, wandelduur ongeveer 4,5 uur.

Na het ontbijt wandel je terug naar het kustpad. Er wacht je een pittige, maar opnieuw niet al te lange en prachtige en afwisselende kustwandeling. Onderweg kom je restanten tegen van prehistorische forten op in zee uitstekende kapen, zoals Trereen Dinas op Gurnard’s Head en Bosigran Castle. Portheras Cove heeft een prachtig strand, waar soms Grijze zeehonden liggen te zonnebaden. Zwemmen is hier niet aan te bevelen vanwege de sterke stroming! Na de vuurtoren op Pendeen Watch uit 1900 wandel je een stukje het binnenland in naar de eeuwenoude ‘inn’ van Boscaswell waar je de nacht doorbrengt. Lengte 14 km, 470 m stijgen en dalen, wandelduur ongeveer 5 uur.

Vandaag wandel je door ‘Poldark-country: het mijngebied met de tin- en kopermijnen van Boscaswell, Levant en Botallack’ dat beroemd geworden is door de betreffende tv-serie. De bijzonder fraai op de kliffen gelegen en deels gerestaureerde restanten van deze mijnen geven het landschap een bijzonder cachet van vergane glorie. Sommige gebouwen zijn te bezichtigen. De kliffen en 19e eeuwse mijnen staan op de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Dan vervolg je de route boven de ruige kliffenkust naar Cape Cornwall, waar je de restanten van een middeleeuws kerkje vindt en bij helder weer de Scilly Isles kunt zien liggen. Je wandelt langs de Ballowall Barrow, een megalithische grafheuvel, en het strandje van Nanven met fraaie rotsformaties van grote afgeronde rolkeien die wel wat op dinosauruseieren lijken. Na de beboste Cot Valley wandel je op en neer over de kliffen tot aan het langgerekte strand van Whitesand Bay waar je misschien wilt zwemmen. Langs of over het strand bereik je het badplaatsje Sennen Cove, waar de wandeling eindigt. Lengte 15 km, 345 m stijgen en 460 m dalen, wandelduur ongeveer 5,5 uur.

Vanaf Sennen Cove, wordt het kustpad drukker, want ineens sta je op de uiterste westpunt van Engeland: Land’s End, waar je je kunt laten fotograferen bij de bekende, zelf aan te passen ‘laatste/eerste’ richtingwijzer. Noordse stormvogels scheren langs de kliffen en een enkele slechtvalk jaagt hier op zeevogels. Algauw laat je de drukte achter je. De granieten kliffen en baaien vormen een prachtige weidse kustlijn. Bij Gwennap Head, de zuidwestpunt van Penwith komen officieel Het Kanaal en de Atlantische Oceaan samen: je hebt er een adembenemend panorama met aan de horizon de Scilly Isles. Dan kom je door de smalle inham met fraai ‘gebeeldhouwde’ rotsen en het schilderachtige Porthgwarra. Vanaf het mooie schelpenzandstrand van Porthcurno Cove wandel je over de kliffen van de Penwith Area of Outstanding Natural Beauty naar de vissersplaats Mousehole. Je komt langs het grote fort Treryn Dinas, het indrukwekkende ‘wiebelrotsblok’ Logan Rock en het schilderachtige vissershaventje aan Penberth Cove. Op de beboste oever van de St. Loy’s Cove spring je van steen op steen over een stukje rolkeienstrand. Je merkt hier dat de meer beschutte zuidkust een vriendelijker klimaat heeft dan de westkust. Pauzeer even bij Lamorna Cove, gelegen aan het einde van een groene vallei en door het bijzondere licht altijd kunstschilders, schrijvers en andere kunstenaars aangetrokken heeft. Ook in het Kemyel Crease Nature Reserve zorgt het milde klimaat voor een bijzonder bos met aangeplante, exotische Monterey-cipressen en Monterey-dennen. Na de laatste steile kliffen bereik je Mousehole, het eindpunt van deze inspannende wandeling. Lengte 23,5 km, 665 m stijgen en dalen, wandelduur ongeveer 7 uur. 

Na de inspannende dag van gisteren heb je vandaag een korte wandeling voor de boeg, via de vissershaven van Newlyn naar Penzance, de ‘hoofdstad’ van de westpunt van Cornwall. Penzance is een levendig strand- en vissersplaatsje met een mild klimaat, gelegen aan Mount’s Bay aan de zuidkust van Cornwall. Langs de wegen staan palmbomen en in de parken exotische, subtropische planten. In het historische centrum bieden de winkelstraten Chapel Street en de twee niveaus van Market Jew Street met hun smalle zijstraatjes en steegjes, enkele fraaie gebouwen en pubs. Omdat de wandeling van vandaag kort is, heb je volop gelegenheid om het stadje te verkennen. Lengte: 5,5 km, 35 m stijgen en dalen, duur 1,5 uur.

Na het ontbijt neem je afscheid van het bedrijvige centrum van het havenplaatsje Penzance en volgt een nagenoeg vlakke wandeling over het South West Coast Path of over een wijds, fraai strand (afhankelijk van het getij). De wandeling voert naar het historische marktplaatsje Marazion en St. Michael’s Mount (National Trust), die er tegenover ligt. Bij laagwater is dit eilandje met zijn 12e eeuwse kerk en 14e eeuwse kasteel lopend over een ‘causeway’ te bereiken. Bij hoogwater word je overgezet met een bootje. Vanaf Marazion wandel je over het kustpad bovenlangs de kliffen richting Perranuthnoe en Prussia Cove. Coves zijn natuurlijke, beschutte inhammen op plekken waar een riviertje in zee stroomt. Je komt langs het badplaatsje Praa Sands, enkele ketelhuizen van oude tin- en kopermijnen en cottages met rieten daken. De kliffen worden hoger, de coves dieper. De wandeling eindigt in Porthleven waar het openbare leven zich afspeelt rond de natuurlijke, schilderachtige haven, vroeger belangrijk voor de ‘pilchard’- of sardientjesvisserij, met daar omheen pubs, restaurantjes, winkeltjes en galeries. Wandeling: 22,5 km, 475 m stijgen en dalen. Wandelduur: circa 6,5 uur.

N.B. Het kasteel op St. Michael’s Mount is op zaterdag gesloten. Je kunt wel het eilandje (o.a. subtropische tuinen) bezoeken.

De laatste wandeling van deze etappe over het South West Coast Path is weer een pittige, maar zeer fraaie tocht! Over de ruige kliffen van het Lizard Peninsula. Eerst passeer je de Loe Bar, een door zeestromingen gevormde, enorme zandwal die van het Loe Lake een natuurlijk stuwmeer maakt. Genietend van het milde klimaat en de weidse uitzichten vanaf de kliffen wandel je verder langs Gunwalloe Fishing Cove en het zandstrand van Church Cove. Bezoek het vanuit zee onzichtbare en op een beschutte plek staande vijftiende-eeuwse kerkje van St. Winwaloe (‘Church of the Storms’). Over de majestueuze kliffen kom je via Poldhu Cove langs een van de eerste draadloze zendstations van Marconi. Verderop wandel je langs Polurrian Cove waar geologisch gezien het eigenlijke schiereiland The Lizard begint. De klifkust en het westelijke binnenland van het eigenlijke schiereiland The Lizard zijn landschappelijk anders dan wat je de afgelopen dagen gezien hebt: een vlak plateau, geen stranden en een brokkelige kust met hoge steile kliffen. Hier en daar liggen fraai gevormde eilandjes voor de smalle, diepe inhammen (coves), waarop zeevogelkolonies broeden. Vooral Kynance Cove is een drukbezocht juweeltje. Uiteindelijk bereik je Lizard Point, het zuidelijkste puntje van Engeland en eindigt in het dorpje Lizard. Wandeling: 24 km,  595 m stijgen en 525 m dalen. Wandelduur circa 7,5 uur.

Na het ontbijt eindigt het arrangement.