Aankomst in Otranto. Wandel na ontvangst van je kamersleutel het fraaie centrum in met haar nauwe straatjes en het Castello Aragonese. Of neem een eerste duik in zee.

Rondwandeling Otranto (8 km, 60 m stijgen en dalen, 2 uur)
Je begint je wandelavontuur met een rustige inloopwandeling naar de kleine vallei van de Idro. Deze rivier ontspringt net buiten Otranto en heeft een vruchtbare vallei gecreëerd waarin olijfbomen, sinaasappelbomen en vele gewassen zich prima thuis voelen. Je wandelt stroomopwaarts door de olijfboomgaarden tot je het rotskerkje van S. Angelo bereikt. Langs de andere kant van het riviertje wandel je weer terug naar Otranto.

Bij terugkomst kan je uitstekend lunchen op een van de vele terrassen en de rest van de dag is aan jou om Otranto, ook wel parel van het oosten, genoemd te ontdekken. Bizar is de basiliek en de kapel van de 800 martelaren waarbij de muren -naar zegge - zijn 'gedecoreerd' met de skeletten en schedels van de 800 christenen die weigerden te buigen voor de Turkse bezetters en allen werden onthoofd.

Otranto - Porto Badisco (13,5 km, 150 m stijgen en 120 m dalen, 5 uur)
Via een doolhof van nauwe steegjes in de oude kern van Otranto bereik je de haven. Een vlak pad pal langs de kust leid je het stadje uit. Je passeert enkele bunkers uit de Tweede Wereldoorlog en kunt even landinwaarts gaan om een door rode aarde omgeven bauxietmeer te bekijken. Je vervolgt je weg langs de kust richting de al van veraf zichtbare vuurtoren Punta Palascia. Onderweg zijn er meerdere plekken waar je een duik in zee kunt nemen. Op sommige punten komt de mediterrane vegetatie tot je knieën, maar zo lang je de vuurtoren voor je hebt en de zee aan je linkerhand volg je de juiste route. Op heldere dagen kun je aan de overzijde van de Adriatische Zee de bergen van Albanië zien liggen. Na de vuurtoren wandel je nog even verder tot je de agriturismo nabij Porto Badisco bereikt.

Porto Badisco - S. Cesarea T. (13 km, 130 m stijgen en 140 m dalen, 4 uur)
Je eerste halte is Porto Badisco, fraai gelegen aan een inham. Nadat je je inkopen voor de lunch hebt gedaan wandel je langs de kust verder zuidwaarts over een pad dat vroeger door herders werd gebruikt. Onderweg kun je de typische 'pagliari' nog zien: ronde, afgeplatte stenen bouwsels waar de herders overnachtten. Na 6 km verlaat je de kust en beklim je een plateau. Een smal pad door de velden en een klein naaldbos leid je naar kuuroord Santa Cesarea Terme. De thermische baden bij warme zwavelbronnen zijn weldadig voor lichaam en geest.  

S. Cesarea T. - Marittima (12 km, 170 m stijgen en 130 m dalen, 4,5 uur)
Een klim over een asfaltweggetje brengt je in de velden buiten Santa Cesarea Terme. Over smalle paadjes door het binnenland wandel je naar het eeuwenoude Castro, trots balancerend op hoge vestingmuren. Het is een fijne plek voor een lunch- en zwempauze. Via een rotsachtig kustpad bereik je de kloof van Acquaviva: andermaal een geweldige zwemplek waar een zoetwaterbron pal aan zee ontspringt. Het laatste deel van de wandeling voert omhoog door de beboste Acquavivavallei naar Marittima, waar je overnacht.

Marittima - Marina Serra (13,5 km, 170 m stijgen en 240 m dalen, 4,5 uur)
Na de lunchinkopen in Marittima volg je een slingerend weggetje langs zeer oude olijfbomen. Je gebruikt net als de locals vroeger de 'traturri' - en netwerk van oude wegen en paden - om beneden bij de zee te komen. Je daalt af naar Tricase Porto waar je kunt afkoelen door in zee te plonzen of te genieten van een 'caffe in ghiaccio' (ijskoffie). Een paar kilometer asfalt brengt je op de eindbestemming van vandaag: het piepkleine Marina Serra aan zee.

Marina Serra - Gagliano del Capo (13 km, 320 m stijgen, 200 m dalen, 5 uur)
De laatste wandeling start met een korte klim over het pad van de vijand, Sentiero del Nemico: de ideale plek om ongewenste indringers in vroeger tijden in een hinderlaag te lokken. Na nog wat 'tratturi' bereik je het rotsachtige strandje in Novaglie. Hier begint het adembenemende Sentiero Cipolliane, één van de hoogtepunten van je wandelweek. Het pad langs de grillige kliffenkust voert langs de diverse grotten waar het zijn naam aan ontleent. Uiteindelijk bereik je de brug van Ciolo, de laatste geweldige zwemplek op deze reis. Je klimt door de Ciolokloof omhoog naar Gagliano del Capo waar je je bagage in ontvangst neemt. Je pakt de trein naar Lecce (1,5 - 2 uur, 1 keer overstappen) om je vakantie in stijl af te sluiten: in de barokhoofdstad van Zuid-Italië. Op zondag rijden er minder treinen en kun je eventueel de bus nemen. Als je niet afhankelijk wilt zijn van het openbaar vervoer kun je via ons een transfer bij boeken.

Na het ontbijt eindigt dit arrangement. Heb je nog voldoende tijd, wandel dan de schitterende binnenstad van Lecce nog eens in, daar kan je geen genoeg van krijgen.