Na de landing op het internationale vliegveld van Keflavik rijden we over het schiereiland van Reykjanes naar de noordoever van het grote meer Thingvallavatn (160 km, 2,5 uur rijden). Onderweg kunnen we, als de tijd het toelaat, een korte wandeling maken naar de piepjonge zwarte en nog na dampende vulkaan Fagradalsfjall die in 2021 enkele maanden actief was; een andere mogelijkheid is een korte stop bij de stoombronnen- en modderpoelen van lavavelden van Krysuvik. De eerste kampeerplaats waar we voor drie nachten ons basiskamp zullen opbouwen, ligt pal aan de oever van het meer. 

Vanaf onze kampeerplaats maken we een wandeling langs de grillige oever van het Thingvallavatn, met haar kraakheldere water.  Ons doel is de historische plek Thingvellir, waar in 930 na Chr. de vertegenwoordigers van het volk voor het eerst in de Almannagjá bij elkaar kwamen. Hier maken we een heerlijke wandeling in het dal aan de rand van het Amerikaanse continent, De plek ligt verscholen in een breuk in de aardkorst, waar de Midatlantische rug uit elkaar splijt. Hier ligt ook de mooie Öxarafoss. We wandelen vervolgens over de bemoste lavavelden van Hrauntun terug naar de oever van het Thingvallavatn en de camping. Lengte max 17 km, 100m stijgen en dalen, duur 5,5 uur.

Na een korte rit (45 min rijden) met onze busjes stappen we uit in het Dyradalur. Over groene hellingen en door de wind kaal geblazen tufsteenformaties trekken we door het Hengillgebergte. Onderlangs de Skeggi, met 803 m de hoogste top van het oude vulkanische massief lopen we door een afwisselend landschap. Ook bezoeken we een mooi veld met geothermische bronnen. De wandeling eindigt bij de geothermische centrale van Nesjavellir. Na de wandeling rijden we terug naar de kampeerplaats. Wandeling: 6 uur, 15 km en 400 m stijgen en dalen.

Nadat we de tenten hebben afgebroken rijden we naar de Bruarfoss, waar we een korte wandeling maken. Dan wacht het geothermische Haukadalur. Hier ligt de Strokurgeiser, die zeer regelmatig een prachtige kokende waterkolom de lucht in spuit. Voordat we de hoogvlakte van de Kjölur oprijden stoppen we nog bij de gouden waterval, de Gullfoss. Aan het einde van de middag komen we bij de geothermische oase van Hveravellir. Hier bouwen we weer voor drie dagen onze tenten op. ’s Avonds kunnen we het stof van ons afspoelen in het heerlijk badje, aan de rand van de camping. De totale afstand die we vandaag afleggen met onze busjes bedraagt ongeveer 160 km.

Vandaag maken we een mooie rondwandeling in het verstilde Dal van de Dieven (Thjofadalur) en wandelen we naar de top van de Raudkollur (1075 m). Een fantastisch uitzicht over de ijskap van de Langjökull is de beloning van deze pittige klim. Wandeling 3 uur, 9 km en 500 m stijgen en dalen. 

Wie er nog zin heeft kan ’s middags na het bezoek aan de geothermische velden van Hveravellir naar de top van de Strýtur schildvulkaan lopen. Bij de kratermond aangekomen wordt duidelijk dat het inderdaad een vulkaan is, die enige duizenden jaren geleden actief is geweest. Wandeling: 3 uur, 12 km en 200 m stijgen en dalen

Na het ontbijt rijden we een stukje over de Kjölur naar het zuiden en gaan we naar Kerlingarfjöll (ruim 1 uur rijden). Hier ligt het restant van een ijskap en de tussen het ijs vrijgekomende hellingen hebben de kenmerkende geelbruine rhyolietkleuren. Op vele plaatsen hoor je de stoombronnen sissen en pruttelen en sieren de stoompluimen de hellingen. We maken hier een afwisselende wandeling. Na de wandeling rijden we weer terug naar Hveravellir en genieten we ’s avonds van het heerlijke bad. Wandeling: 4 uur, 8 km en 550 m stijgen en 350 m dalen.

Vanmorgen vervolgen we onze reis en rijden we over de Kjölur weer naar het zuiden. Langzaam komen we in de buurt van de Heklavulkaan, historisch de meest actieve vulkaan op IJsland. In het Thjorsdalur bezoeken we Stöng, een boerderij die in 1104 onder een dikke laag Heklapuimsteen werd begraven. Vervolgens rijden we over de Fjallabaksleid naar het kleurrijke Landmannalaugar. De totale afstand bedraagt ongeveer 300 km. Op de kampeerplaats in Landmannalaugar blijven we drie nachten staan. 's Avonds kunnen we een heerlijk bad nemen in de warme beek, aan de rand van het lavaveld.

Vandaag maken we een mooie wandeling door het sprookjesachtige rhyolietgebergte van Landmannalaugar. De hut naast de met sneeuw en ijs bedekte Hrafntinnusker (1128 m) is het doel van de wandeling. De berg Hrafntinnusker blijkt van dichtbij één grote, grillige en gitzwarte obsidiaanmassa te zijn. Onderweg passeren we de kolkende ‘wasmachine’ en vele stinkende zwavelpoeltjes. De tocht begint en eindigt in het obsidiaanveld achter de kampeerplaats van Landmannalaugar. Lava is hier gestold tot zwart, keihard en scherp gevormd vulkanisch glas. Een sfeervolle wandeling in een onwerkelijke omgeving. Wandeling: 8 uur, 21 km, 700 m stijgen en dalen.

Vanaf de camping van Landmannalaugar lopen we naar het noorden over groen bemoste lavavelden en stenige hellingen naar het kratermeer Frostastadavatn. Vanaf de zwarte oevers van lavazand kunnen we met een beetje geluk de ijsduiker en de wilde zwaan observeren. Vervolgens lopen we naar de explosiekrater van ‘het Lelijke Poeltje’. Eventueel kunnen we vanaf hier met de busjes terug naar de kampeerplaats (½ uur rijden), maar we kunnen via een oostelijke route ook teruglopen naar de camping. Wandelduur 5 uur, 18 km, 600 m stijgen en dalen als je alles loopt.

Vanmorgen rijden we over de Fjallabaksleid naar de Eldgjá-kloof (1 uur rijden). Deze kloof is met een lengte van 5 km, de grootste eruptiekloof ter wereld. De lava die uit de kloof stroomde heeft grote delen van Zuid-IJsland bedekt. Aan het einde van de kloof ligt de 948 m hoge Gjátindur. We maken een wandeling door de kloof en bezoeken de dubbele waterval van de Ofærafoss. Na de wandeling rijden we verder naar de zuidkust en bouwen we voor de laatste maal onze tenten op in het prachtige dal van Thakgil. Wandeling: 3 uur, 9 km, 400 m stijgen en dalen.

Na het ontbijt beginnen we aan een pittige dagwandeling die ons naar de hellingen van de Sker (749 m) brengt. Hier hebben we een mooi zicht op de Kötlujökull, de gletsjer die van de ijskap van de Myrdalsjökull afstroomt. Wandeling: 6-7 uur, 19,5 km, 700 m stijgen en dalen.

Vandaag verlaten we voor even Thakgil en rijden we over de ringweg helemaal naar de zuidkant van de Vatnjökull. Nadat we de grijze spoelzandvlakte van de Myrdalssandur en de groenbemoste lavavelden van de Eldrhaun hebben overgestoken, komt de grootste ijskap van Europa in beeld. In het nationale park van Skaftafell maken we een wandeling (2 uur) naar de Svartifoss. 's Middags rijden we naar het ijsmeer van Jökulsarlon. Hier, aan de rand van de Breidamerkurjökull drijven wittte, zwarte en 'blauwe' ijsbergen, waartussen zich af en toe een zeehond laat zien. In het begin van de avond zijn we weer terug in Thakgil. Het is vandaag ongeveer 400 km rijden, maar dat is het ijsmeer zeker waard...

Vanuit de kampeerplaats wandelen we naar de kloof van de Remundargil met de waterval. Een pittige klim brengt ons naar een mooi uitzichtspunt op de flanken van de Vatnsrasarhöfud (482 m). Hier zien we hoe het smeltwater de Kötlujökull verlaat en over de stenige spoelzandvlakte naar zee stroomt. Wandeling: 4 uur, 14km, 600 m stijgen en dalen.

Voor de laatste maal breken we de tenten af en verlaten we Thakgill. Via de zuidkant van de Myrdalsjökull en de Eyjafjallajökull, waar we natuurlijk stoppen bij de Skogarfoss en de Seljalandsfoss rijden we naar de hoofdstad. Middags hebben we nog even de gelegenheid het gezellige centrum van Reykjavik te verkennen met haar talrijke musea, beeldentuinen, historische gebouwen en trendy koffietentjes… We besluiten de reis met een diner in een restaurant in het oude centrum. We rijden vandaag ongeveer 200 km.

Zeer vroeg in de ochtend rijden naar het internationale vliegveld van Keflavik en vliegen we terug naar Nederland (¾ uur rijden).