Aankomst in Hondarrabia. Dit fraaie ommuurde stadje ligt aan de monding van de grensrivier de Bidasoa en heeft een mild klimaat zodat de omgeving erg groen is.  Als je bijtijds arriveert is er nog gelegenheid voor een korte wandeling door het oude stadscentrum of een bezoek aan de levendige voormalige visserswijk.  Je kunt ook een bezoekje brengen aan de kaap van Higuer met zijn vuurtoren.

Vandaag kun je kiezen uit tal van mogelijkheden: je kunt een wandeling maken vanaf het kapelletje van Guadelupe over de kam van de Monte Jaizkibel, die met zijn 545m garant staat voor prachtige uitzichten over de Baskische kust en de eerste bergen van de Pyreneeën en het groene Baskische binnenland.  Je kunt ook over de spectaculaire kammenweg naar de bijzonder mooie stad San Sebastian rijden (door de Basken Donostia genoemd): deze culinair geprezen stad is met zijn twee schelpvormige stranden en zijn barokke villa’s een lust voor het oog.  Als je nog wat verder naar het westen gaat is er ook nog de bijzondere ‘flysch’-kust bij Zumaia met zijn scherpe gelaagde rotsformaties waarlangs je een mooie wandeling kunt maken (en dan met de trein weer naar je auto kunt terugkeert). 

Je verlaat de Baskische kust en rijdt het groene binnenland in, op weg naar de provincie Navarra. Je kunt de vallei van de Bidasoa volgen, waar dorpjes met mooie vakwerkhuizen en rijke Baskische boerderijen elkaar opvolgen. In de omgeving van Lantz kun je een mooie wandeling maken door het groene heuvellandschap van de Valle de Baztán. Je kunt ook de snellere route nemen via de hoofdstad van Navarra: Pamplona. Einddoel van vandaag is het kleine gehuchtje Úriz, in de stille vallei van de Rio Urrobi, je de komende 2 dagen verblijft.  Mocht de accommodatie in dit dorpje niet beschikbaar zijn, dan verblijf je in het dorpje Lantz dat louter bestaat uit prachtige Baskische vakwerkhuizen. Rit max. 150 km. 

De bergen van Navarra zijn opvallend groen en bosrijk.  De mooiste beukenbossen vind je in het massief van Irati. Dit bos behoort tot de oudste en meest ongerepte beukenbossen van de Pyreneeën.  In dit geïsoleerde gebied wonen nauwelijks mensen en voert de natuur de boventoon. Je kunt er prachtig wandelen en ook fietsen. Er zijn verschillende mountainbike routes uitgezet.  Net ver hier vandaan, bij Roncevalles, steekt de beroemdste en meest belopen variant van de Camino de Santiago de Pyreneeën over.  Hier kun je ook een rondwandeling maken die je over de (hier nog niet zo hoge) met varens en gras bedekte kam voert. Uitzicht gegarandeerd en je ervaart hoe de pelgrims hier hun eerste beproevingen ondervonden.    

Opnieuw verandering van landschap vandaag, als je op weg gaat naar de lagere, drogere en warmere voetheuvels van de Pyreneeën, in Spanje de Prepirineos Aragonés genaamd.  Een mooie en weinig bereden bergroute brengt je in het mooie dorpje Ochagavia, hoofdplaats van de Valle de Salazar.  Als je vandaag een wat langere wandeling wilt maken kun je hier niet ver vandaan een wandeling over de met gras bedekte kam van de Sierra de Abodi maken of vanaf de Port de Larrau, die de grensovergang met Frankrijk vormt,  naar de scherpe top van de 2000m hoge Pico Orhi wandelen.  Dan vervolg je je weg naar het zuiden en bereik je het grensgebied tussen de oude koninkrijken van Navarra en Aragón, waar het eeuwenoude stadje Sos del Rey Catolico herinnert aan de roerige tijden die dit gebied gekend heeft. Het landschap is inmiddels compleet veranderd en is droog, weids en mediterraan. Onderweg is er nog het uitzicht op de kalkkloof van Arabjún en de kloof Hoz de Lumbier waar je een korte rondwandeling door en bovenlangs de kloof kunt maken. Einddoel vandaag is het dorpje Uncastillo, dat in een stille vallei aan de warmere zuidkant van de  Sierras ligt. Max rijden: 180 km.

Uncastillo is een weinig bezocht pareltje, met kleine steegjes een indrukwekkend kasteel en diverse kerkjes. Een dorp waar je heerlijk kunt ronddwalen. Als je gisteren tijd tekort kwam is een bezoek aan Sos, met zijn hooggelegen  kasteelruïne en mooie gotische kerk zeker ook nog de moeite waard!  Voorbij Uncastillo strekt zich de eindeloze Aragonese vlakte uit. Zeer de moeite van een bezoek waard is hier de badland-achtige halfwoestijn van Bárdenas Reales, een haast onwerelds landschap en waar ook het indrukwekkende gotische klooster van Oliva ligt. 

De route van vandaag leidt je naar het spectaculaire klovengebied van de Sierra de Guara en gaat door vrijwel onbewoond gebied aan de voet van de Sierras van de Prepirineos Aragonés. Onderweg zijn er twee hoogtepunten die je niet mag missen: de rode conglomeraatrotsen van de Mallos de Riglos,  die de woonplaats vormt van een grote kolonie vale gieren. Bij warm weer kun je hier tientallen gieren zien cirkelen op de thermiek, op zoek naar voedsel. En mogelijk zit er ook een aasgier of lammergier tussen.  Op een hoge heuvel boven de vlakte van Huesca ligt het imposante kasteel van Loarre (11-13e eeuw), dat de grenzen tussen Moors Spanje en het Christelijke Navarra  moest bewaken.  Als je bijtijds in fotogenieke Alquézar arriveert heb je nog even tijd voor een korte wandeling door de indrukwekkende kloof van de Rio Vero, die onder het dorp ligt. Alquézar is de toegangspoort tot het door kloven doorsneden kalkmassief van de Sierra de Guara. Max rijden: 175 km.

In de omgeving van Alquézar kun je diverse prachtige wandelingen maken door het spectaculaire klovengebied van de Sierra de Guara.  Vanuit het dorp hebben we enkele wandelingen beschreven van verschillende zwaarteniveaus en lengte, die deels door de kloof van de Rio Vero lopen en stukjes over in de rotswand bevestigde ‘passarelas’ voeren.  Als je geen zin hebt in wandelen, kun je ook heerlijk rondslenteren in het dorp en de majestueuze kloosterburcht Collegiata Sta Maria Major bezoeken, of afdalen naar het wijngebied van de Somontano waar je uitstekende Spaanse wijnen kunt proeven.

Er zijn twee routes die naar het noorden leiden, naar het hoge bergland van het hoge bergland van het Nationale Park Ordesa y Monte Perdido. De snelste route voert via Barbastro, in het hart van de wijnstreek Somontano en door de vallei van de Rio Cinca met haar grote stuwmeren. De kortere route, die door de vele bochten langer duurt gaat dwars door de Sierra de Guara en passeert kleine dorpjes zoals Lecina, met een eeuwenoude boom, en Almazorre naar Ainsa.  Onderweg kun je wandelden door diepe kloven.  Ainsa is een mooi stadje, met een middeleeuwse bovenstad met een fraai marktplein. Het dorp ligt in een wijde vallei waar de Rio Cinca en de Rio Ara samen komen.  Max. rijden: 80 km.

Vanaf Ainsa is het een klein uur rijden naar Torla, het dorp dat de toegangspoort vormt tot de werkelijk prachtige bergwereld van Nationale Park Ordesa y Monte Perdido.  Boven de  kloof van Ordesa torenen indrukwekkende gelaagde bergwanden op; het gebied is een waar wandelparadijs waar je wandelingen van diverse zwaarteniveaus kunt maken. Ook in het voorjaar, als er nog volop sneeuw in de bergen ligt, zijn hier nog wandelmogelijkheden te over. De flora en fauna zijn bijzonder rijk en niet voor niets streng beschermd. Als je liever een  wat spectaculairdere route naar Ordesa neemt, kies dan voor het sensationele bergweggetje door de kloof van de Rio Vellos en het hooggelegen bergdropje Nerín, dat niet ver van de kloof van de Añisclo ligt.

Na het ontbijt in Ainsa eindigt het arrangement. Als je aansluitend de oostelijke etappe doet, is het ca 50 km rijden naar de volgende verblijfplaats Bielsa (boekbaar per 2024).