Aankomst in Léon. In de elfde en twaalfde eeuw was Léon het belangrijkste christelijke centrum van het Iberisch schiereiland en dat blijkt wel uit het grote aantal kerken en kloosters in de stad. Wellicht heb je nog tijd voor een stadswandeling langs onder meer het oude klooster van San Marcos en langs de Real Colegiata San Isidoro met haar prachtige pantheon en schatkamer. De kathedraal, een van de grootste Gotische meesterwerken ter wereld, mag zeker niet gemist worden.

Na het ontbijt (en eventueel ook nadat de huurfietsen zijn afgeleverd, getest en afgesteld) ga je op pad, voor een 48,5 km lange rit (totaal 280 m stijgen en 250 m dalen) over de uitgestrekte hoogvlakte die de Castiliaanse stad Léon omgeeft. Doel is Astorga, dat in de Romeinse tijd al een bedrijvig stadje was, vanwege de delving van goud in de naburige bergen en de ligging aan de Via de la Plata. In dit ommuurde stadje bouwde Gaudí een aartsbisschoppelijk paleis in modernistische stijl. Onderweg passeer je bij Hospital de Órbigo een prachtige middeleeuwse brug.

Vandaag wacht je een echte bergetappe als je door de verstilde Maragatos-streek trekt, die zeer verschillend is van de rest van Castilië wat betreft landschap, architectuur en levensstijl. Een lange, pittige klim brengt je op het hoogste punt van de Camino, de legendarische pas Cruz de Ferro op de Monte Irago (1500 m), waar elke pelgrim volgens de traditie een steen bijlegt op de grote hoop. Hier komt de ruigheid van de Montes de Léon goed tot z'n recht. Dan daal je af door sterk uitgesleten groene dalen die nauwelijks bevolkt zijn, naar het mooie dorpje Molinaseca. Lengte 49,5 km, 720 m stijgen en 1000 m dalen. 

Na de inspanningen van gisteren wacht vandaag een rustige tocht. Je passeert het stadje Ponferrada, dat door de Romeinen is gesticht om de nabijgelegen goudmijnen te kunnen exploiteren. Het meest indrukwekkende monument is zonder twijfel het reusachtige twaalfde-eeuwse Tempelierskasteel. Je hebt tijd genoeg om dat te bezoeken. Na Ponferrada fiets je door een golvend landschap naar het mooie plaatsje Villafranca del Bierzo, dat met trots de bijnaam ‘Klein Santiago’ draagt vanwege de vele religieuze gebouwen en monumenten. Lengte 29,5 km, 300 m stijgen en 370 m dalen.

Vandaag wacht de stevige klim naar de 1294 m hoge pas O Cebreiro, waar je de bergrug Cordillera Cantabrica oversteekt en Castilië achter je laat. De groene heuvels van Galicië liggen nu voor je.  Eerst volg je een voormalige hoofdweg, waarna je de keuze hebt uit de korte maar steile Camino of stug doortrappen langs de oude doorgaande asfaltweg. Op de pas, eeuwenlang een van de belangrijkste halteplaatsen voor de pelgrims langs de Camino, ligt het gehucht O Cebreiro. In deze voormalige Keltische nederzetting vind je een prachtig negende-eeuws pre-Romaans kerkje en een herberg die in de twaalfde eeuw werd opgericht door een Franse orde met de prozaïsche naam San Giraldo de Aurillac. Lengte 29 of 33 km, 700 m of 860 m stijgen en 80 m dalen.

Na een korte klim daal je vandaag voortdurend geleidelijk af, terwijl je kunt genieten van de vergezichten over de met bos en heide bedekte heuvels van de provincie Lugo. Onderweg passeer je het indrukwekkende Benedictijnse klooster in Samos, dat in de zesde eeuw gesticht is en daarna vele malen herbouwd (de laatste keer in de achttiende eeuw). Na een laatste korte klim bereik je het stadje Sarria. Lengte 47,5 km, 380 m stijgen en 1210 m dalen.

Vandaag wacht een lange tocht door het heuvelachtige en afwisselende Galicische landschap. Je passeert geregeld boerderijen, gehuchtjes en dorpjes met kleine cafés en restaurantjes, waar je ervaringen kunt uitwisselen met de andere pelgrims. In Portomarin passeer je de brede Rio Miño. Hier ligt de Iglesia de San Nicolás, de indrukwekkende Romaanse vestingkerk uit de twaalfde eeuw, die steen voor steen werd afgebroken en weer opgebouwd vanwege de aanleg van een stuwmeer. Na Portomarin wacht weer een stevige klim. Om het hotel te bereiken voor de komende nacht, in Palas del Rei, moet je even een stukje van de Camino afwijken. Maar, dan verblijf je wel op een prachtige locatie. Lengte 54 km, totaal 840 m stijgen en 800 m dalen.

Een rustige fietstocht door het golvende landschap dat het grensgebied vormt tussen de provincies Lugo en A Coruña. Alle dorpjes die je passeert staan geheel in het teken van de Camino de Santiago en bieden tal van voorzieningen voor de passerende pelgrim. Aan het einde van de dag verblijf je in een prachtige, traditionele Galicische hoeve, een ‘pazo’. Lengte 31,5 km, 470 m stijgen en 580 m dalen

Vandaag wacht de laatste etappe van de Camino de Santiago, die eindigt bij de Puerta del Perdón van de Kathedraal van Santiago, waar het graf van Jacobus ‘Matamoros’ ligt. Om genoeg tijd over te houden voor een bezichtiging van de stad kozen we voor de kortste route via het vliegveld, de buitenwijken en de Monte del Gozo, het traditionele uitzichtpunt waar de pelgrims eindelijk Santiago konden zien liggen. Lengte 39 km, 480 m stijgen en 560 m dalen. De kathedraal en het bijbehorende museum zijn zeker een bezoek waard. De bemoste granieten stad staat vol Gotische bouwwerken en de door arcaden geflankeerde smalle straten zijn een lust voor het oog. Santiago is een bezoek van een dag méér dan waard. ’s Avonds kun je  samen met de andere pelgrims de speciaal voor hen dagelijks opgedragen mis in de kathedraal meemaken.

Na het ontbijt eindigt het arrangement.