Aankomst in je chambres d'hôtes bij Lagnes: een echt Provençaals dorp met schaduwrijke platanen. Maak een wandelingetje naar het 18e eeuwse kasteel, genesteld aan de voet van de Mont Pieï.

Een rustige, overwegend vlakke tocht door het land van Sorgues. Vanuit Lagnes zet je koers naar het waterfrisse Fontaine-de-Vaucluse, weggestopt in de groene, gesloten vallei: de ‘Vallis Clausa’, waaraan de Vaucluse haar naam dankt. In dit levendige plaatsje, inspiratiebron voor dichters als Petrarca en Mistral, kan je de bron van de rivier de Sorgue bezoeken, één van de krachtigste ter wereld. Je vervolgt je weg naar L'Isle-sur-la-Sorgue, het Provençaalse Venetië genoemd: een knus stadje met vele kanaaltjes en propvolle antiekzaakjes. Door fruitgaarden fiets je terug naar Lagnes.
Rondrit: 21 km, met 150m stijgen en dalen. Eventueel uit te breiden tot 43 km met uitstapjes naar het dorpje Saumane de Vaucluse en/of de Grotten van Thouzon.

Vandaag een wat pittigere tocht die voert van Lagnes naar Roussillon. Het kleurenpalet van bonte garigue, rode en gouden oker, blauwe lavendel en witte kalksteen, vormt vandaag het decor. Op de route liggen de mythische vestingdorpen Gordes en Roussillon. Beide parels hebben het predicaat te behoren tot ‘Les Plus Beaux Villages de France’ (de mooiste dorpen van Frankrijk). Al deze mooie dorpjes hebben voor de fietser een nadeel: ze overzien van grote hoogte de glooiende vlakte. Flink klimmen dus, maar dat is meer dan de moeite waard. Omdat de route naar Gordes via de zelfde weg heen- als terug gaat, kan deze klim ook te voet gedaan worden. In Roussillon bezoek je natuurlijk de fraaie okergroeven.
Fietstocht: 33,5 km met 570m stijgen en 400 m dalen.

Je maakt een rondrit door het pastorale landschap rond het lieflijke dorp Villars, omgeven door kersenboomgaarden en Saint-Saturnin-lès-Apt met zijn kasteel en kleine windmolen. Je fietst langs glooiende lavendelvelden en boomgaarden, die de vruchten voor de heerlijke ‘fruits confits’ leveren. Op de terugweg kom je langs de Okermijnen van Bruoux: een bezoek waard.
Fietstocht: 30 km met 300m stijgen en dalen.

Een prachtige tocht door de Vallée du Calavon en dan over een tot fietspad omgebouwde spoorlijn peddel je naar Apt, waar je het gezellige historische centrum kunt bezoeken. Vanuit Apt begin je aan een geleidelijke klim langs oude boerderijen, landhuizen, lavendelvelden en olijf- en wijngaarden naar Bonnieux. Een heerlijk plaatsje, op de flanken van de Lubéron. Fietstocht: ca. 35 km met 350m stijgen en 480 m dalen.

Je kan het rustig aan doen, het bakkerijmuseum bezoeken of lekker uitblazen op een terras. Maar je kan ook nog een rondje gaan fietsen. Over kleine weggetjes afdalen naar de Calavon. Hier pik je het oude spoorlijntje op om ontspannen richting Goult te fietsen. Maar dit leuke dorp ligt, zoals alle leuke dorpen, boven op een flinke bult, dus er moet geklommen worden. In Goult wandel je, na koffie op het rustige pleintje, naar de oude windmolen boven het dorp. Nabij dit uitzichtpunt liggen ook oude (gerestaureerde) landbouwterrassen, die vroeger zo kenmerkend waren voor deze streek.
Na een mooie afdaling volg je weer even het vlakke spoorlijn-fietspad, om de benen op te warmen voor de stevige klim, terug naar Bonnieux. Fietstocht: 25 km met 300m stijgen en dalen.

Prachtige tocht over de noordelijke helling van de Petit Luberon. Je zet koers naar Lacoste, bekend door de Marquis de Sade. Langs de imposante helling van de Petit Luberon daal je af naar Ménerbes, één van Frankrijks 100 mooiste dorpen. De volgende tussenstop is het fraaie renaissancedorpje Oppède-Le-Vieux, met zijn stadswallen, kasteel, kerkjes en nauwe klinkerstraatjes. Heb je in het begin van de route nog te maken met enkele pittige, weliswaar korte hellinkjes, de laatste kilometers gaan over vlak terrein. Aangekomen in Lagnes is je fietsreis door deze schilderachtige streek helaas ten einde. Fietstocht: 36 km met 300 m stijgen en 600 m dalen.

Na het ontbijt eindigt het arrangement.