Aankomst in Grövelsjön. Grövelsjön is een langwerpig meer op ca. 800 m hoogte in de bergen, op de grens van Zweden en Noorwegen. Het meer leent zijn naam aan de hele omgeving. In de zomer kun je in dit natuurgebied heerlijk wandelen, in de winter langlaufen en sneeuwschoenwandelen.
Je overnacht in een nederzetting op ca. 10 km van dit, nu bevroren, meer. Hier vind je ook de fraaie Fjällkyrka en een kleine supermarkt. Het Fjällhotel waar je verblijft ligt handig bij de boomgrens, zodat je bij mooi weer omhoog kunt voor geweldige uitzichten en bij slecht weer de beschutting van de bossen opzoekt.

Je rijdt in 10 min naar de parking waar de sneeuwschoenwandeling start. De route gaat grotendeels door de oude oerbossen die je hier op de Noors-Zweedse grens nog vindt. Denk dan niet aan enorme woudreuzen; door de ruige omstandigheden en lange winters groeien bomen hier zeer langzaam. Ook honderden jaren oude bomen hebben nog een bescheiden afmeting. Je volgt de rode andreaskruisen door het landschap, dit is in Zweden de manier om winterroutes aan te geven.
Bij Valdagsbyggård, een oude zomer boerderij, is een vuurplek voor de lunchpauze. Wandeling: ca. 4,5 km, 50 m stijgen en dalen, 2,5 uur lopen.
In de middag kun je naar de rendierfarm gaan om te zien hoe de Sami, de oorspronkelijke bewoners van dit gebied, van oudsher leefden met hun rendieren. Rendieren zijn zachtaardige planteneters die bij iedereen een glimlach op het gezicht toveren, maar wel bestand zijn tegen de barre omstandigheden in het hoge noorden. 

De wandeling start en eindigt bij je onderkomen en gaat richting de fjäll Ö Barfredhagna. De top ligt op 1023 meter en geeft je bij helder weer spectaculair uitzicht tot ver Noorwegen in, tot aan Femunden Nationaal Park en met zeer helder weer zelfs tot de toppen van Dovrefjell. Je volgt in principe de gemarkeerde routes, maar als de sneeuw niet te diep is kan je overal in dit gebied rondlopen op sneeuwschoenen, zodat je de wandeling kan verlengen of inkorten. Er is tijdens deze wandeling geen beschutting van bomen, dus het best e doen met mooi weer. Wandeling: ca. 10 km, 250 stijgen en dalen, 4 uur lopen.

In 15 min rijd je naar het Grövelsjön meer. Je hebt natuurlijk al een lunchpakket bij je, maar het kan de moeite waard zijn om onderweg even uit te stappen bij de Fjällbageri, om een verse Kanelbulle te bemachtigen. Vanaf het uitgestrekte meer, begin je aan de wandeling naar Silverfjället, de uitzichtstop op de grens met Noorwegen. Bij Olånstuga, een kleine shelter, kan je een vuurtje maken en lunchen. Daarna loop je terug naar het beginpunt waar je terecht kunt in de Sjöstuga voor een warme chocomelk met iets lekkers. Wandeling ca. 10 km, 150 m stijgen en dalen, 4 uur lopen.

Het is ongeveer een uur rijden naar het dorp Särna, de nieuwe overnachtingsplaats voor de rest van de week.  Särma ligt op slechts 425 m hoogte, sneeuw is er tegenwoordig niet meer gegarandeerd, maar het dorp is de toegangspoort tot Fulufjället National Park.
Onderweg stop je bij Nipstugan en maakt een sneeuwwandeling richting de Nipfjället, een opvallende berg van bijna 1200 m hoog. Je gaat dezelfde weg heen, als terug, dus je kunt de wandeling zo lang maken als je zelf wilt. Bij harde wind zal je al eerder omdraaien, want er is geen enkele beschutting. Bij mooi weer heb je echter geweldig uitzicht. Wandeling: max 13 km, 200m stijgen en dalen, 5 uur lopen. 

Fulufjället is een van de bekendste nationale parken van Zweden en staat bekend om de hoogste waterval van het land (Njupeskär) en de oudste boom ter wereld (Old Tjikko). De waterval is in de winter bevroren en zorgt voor spectaculaire beelden. In tegenstelling tot de zomer, weten in de winter maar weinig mensen deze plek te vinden. Grote kans dat je hier de lavskrika tegenkomt, een vogel die alleen nog voorkomt in de oerbossen van Zweden. 
Na het ontbijt word je door de gids in een minibus opgehaald. Samen met andere deelnemers maak je een tocht van 5 tot 8 km door het verstilde nationaal park, waarbij de gids je alle bijzondere plekken zal laten zien. Onderweg wordt er een vuurtje gemaakt om lekker te kunnen lunchen, waarbij je lekker warm op het meegebrachte rendiervel kunt zitten. Aan het eind van de middag wordt je weer teruggebracht naar Särna.

De opvallende berg Städjan wordt ook wel 'puntmuts' genoemd. Echter zo lieflijk als de naam, zo verraderlijk kan het op de top zijn. Zelfs in de zomer kun je er wegwaaien. 
De wandeling begint bij de parking, op een half uurtje rijden van Särna. Dit is dicht bij Idre, de hoofdplaats van de regio, met ook enkele skipistes. De rondwandeling brengt je al snel boven de boomgrens en afhankelijk van het weer kan je de top van 1120 m beklimmen. Wandeling ca. 5 km met 350 m stijgen en dalen, 3 uur lopen.
Bij terugkomst in Särna kun je een typisch Scandinavisch vervoermiddel proberen: de kickslee of spark. Als de rivier goed bevroren is kan je een leuk tochtje over het ijs maken.

Na het ontbijt eindigt het arrangement.