Aankomst in Santillana del Mar. Als je tijd hebt, maak je vandaag nog een slentertochtje door dit voorname oude stadje en bezoekt de Romaanse kloosterkerk, alvorens je ergens op een terrasje neerstrijkt voor het diner. Of je rijdt via Santillana over het kustweggetje naar het mooie strandje van El Sable de Tagle, om daar nog even in zee te duiken of te genieten van de zonsondergang.

Vanuit Santillana del Mar kun je allerlei activiteiten ondernemen. Vlakbij ligt het gezellige kustplaatsje Comillas, dat in de zomer opleeft. De modernistische Catalaanse architect Gaudí bouwde er een bijzondere villa, El Capricho. Iets verder naar het oosten bevinden zich de uitgestrekte zandstranden van het natuurreservaat Oyambre. In voor- en najaar kun je uren slenteren langs de kust over de smalle visserspaadjes die uiteindelijk allemaal uitkomen in de weidse baai en riviermonding van San Vicente de Barquera. San Vicente is ongetwijfeld een van de mooiste vissersplaatsjes van Cantabrië. Het is bovendien een interessante vroeg-Gotische kerk rijk en een gezellig oud centrum waar je kunt winkelen onder de bogengalerijen.

Santillana del Mar is niet alleen bekend vanwege haar historische centrum en Romaanse colegiata. Vlakbij dit stadje werd in 1879 een grot ontdekt met kleurige tekeningen uit het paleolithische tijdperk van het Magdaleniense: een van de oudste en best bewaarde kunstuitingen die in Europa bekend zijn. Omdat de tekeningen veel te lijden hebben van de warmte die bezoekers uitstralen, is in 2001 de grot van Altamira gesloten. In een nieuw museum is een exacte kopie gemaakt van de tekeningen, waarbij dezelfde materialen en gereedschappen zijn gebruikt als in de grot. Het resultaat is echt een bezoek waard. Liefhebbers van Romaanse kunst kunnen een tocht maken door de vallei van Besaya. Of je bezoekt het afgelegen dal Pas, waar zich de zomerweiden bevinden van een oud volk van reizende (transhumante) veetelers. Een andere optie is gezellig winkelen in de statige provinciehoofdstad Santander, die overigens ook over een zeer mooie strandboulevard beschikt (El Sardinero) en een opvallend museum van moderne kunst “El Centro Botín”, gelegen aan de haven pal tegenover het centrum.

Voor de actieveren staat voor de eerste 2 dagen onder meer op het programma een eenvoudige rondwandeling in de omgeving van de accommodatie via het stadje Santillana del Mar en het Museo de Altamira, waar replicas van de meeste beroemde grottekeningen uit de streek zijn te bewonderen. Santillana is een historisch stadje met een romaanse kloosterkerk uit de tijd toen het een belangrijke halteplaats was op de Noordelijke Camino de Santiago. Tussen Santillana en het museum van Altamira is het pad geplaveid en voert evenwijdig aan de weg. Maar daarvoor volg je smalle verharde en onverharde landweggetjes door een licht glooiend landschap. Wandeling: 7,5 km, 130 m stijgen en dalen, 2,5 uur

Santillana del Mar heeft een spectaculaire kust bestaande uit hoge kalkstenen kliffen met kleine baaitjes en een enkel langer zandstrand. Je kunt bijvoorbeeld vanuit Ubiarco een rondwandeling maken over landweggetjes en tractorpaden tot aan de kapel van Santa Justa, waar een klein strandje is in een baai. Geef je de voorkeur aan een groter zandstrand, dan neem je de auto naar het strand van Tagle of het stadje Comillas, dat ook een mooi centrum heeft, bekend om het gebouw El Capricho, van de Catalanaase architect Guadí. Wandeling: max 10 km, 210 m stijgen en dalen, 4 uur.

Vandaag neem je voorlopig afscheid van de kust en maak je de doorsteek naar de bergen. De mooiste route voert vanaf Cabezón de la Sal (aan de A-8 richting Oviedo) over kronkelende bergweggetjes via Valle de Cabuérniga, Carmona, Puentenansa en Sobrelapeña naar La Hermida, waar je verrast wordt door een magnifiek uitzicht over de kalkmassieven van de Picos de Europa. Op weg tussen Puentenansa en La Hermida moet je beslist even halt houden op de parkeerplaats Santa Catalina, om naar het uitzichtspunt Santa Catalina lopen: een spectaculair uitzichtpunt over de Hermida kloof en de Picos de Europa. Heb je haast of wil je onderweg halt houden in Panes (om de rivier de Deva per kano af te zakken), dan volg je de A-8 tot aan Unquera. Daar neem je de afslag Potes - Picos de Europa (N-621). In de kloof van la Hermida houd je halt bij het Mozarabische kerkje in Lebeña en bewondert het vijftiende-eeuwse beeld van de Maagd María die haar kindje de borst geeft. Verder gaat het via het middeleeuwse stadje Potes naar het klooster van Santo Toribio, dat al sinds de middeleeuwen een belangrijke pleisterplaats is voor pelgrims naar Santiago de Compostela. De komende drie dagen verblijf je in de mooie vallei van Liebana aan de oostzijde van de Picos de Europa in een comfortabele accommodatie. De afstand die je vandaag aflegt is, afhankelijk van de gekozen route 80 tot 100 km, 2 tot 3 uur rijtijd.

Tama ligt in het vruchtbare dal Liebana, aan de rand van het Nationale Park Picos de Europa. De hoge toppen van de Picos lonken en liggen onder handbereik. Op 30 min rijden van Tama kun je de kabelbaan van Fuente Dé nemen, in 5 minuten omhoog naar 1835 m hoogte, aan de rand van het centrale massief. Zorg wel dat je ruim van te voren via internet kaartjes hebt geboekt, anders sta je tijdens het hoogseizoen uren in de rij. Eenmaal boven begin je aan een mooie rondwandeling terug naar Fuente Dé via de bergweiden van Áliva en de bossen van Espinama. Of je maakt rechtsomkeer na lunch op panoramische terras van de Refugio de Áliva. Wandeling: max 14 km, 180 m stijgen en 950 m dalen, 6 uur OF 7,5 km, 300 m stijgen en dalen; 3 uur

Is het mistig bovenin, laat je dan ’s ochtends per taxi naar Allende brengen en loop terug over het pelgrimspad Camino Lebaniego naar Tama, of zelfs helemaal door naar Potes; een afwisselende route over bergpaden, tractorsporen en landweggetjes door een paar gehuchten met ondermeer een kaasmakerij. Na afloop tijd genoeg om (met de auto) het stadje Potes te bezoeken of nog even verder door te rijden naar het klooster van Santo Toribio. Wandeling: 12 km, 530 m stijgen en 460 m dalen, 5,5 uur.

De streek Liebana is zo'n onbekend pareltje dat bij niet veel toeristen bekend is, zelfs niet onder Spanjaarden, maar dat er om schreeuwt om verkend te worden! Het bestaat uit 365 dorpen en gehuchten;  in het algemeen kleine juweeltjes van regionale architectuur zonder dat er nu heel bijzondere historische gebouwen zijn om te bezichtigen. Maar hier en daar is een minimuseumpje ingericht of staat zomaar een wonderschoon romaans kerkje langs de weg. Neem bijvoorbeeld de CA-186 richting Palencia en stop bij de kerk in Piasca, het Natuurmuseum van de berenstichting in Pesaguero en rijdt terug via de watermolen van Aniezo naar Cahecho voor een lunch met het mooiste uitzicht over de Picos. Wil je graag wandelen, neem dan de N-621 richting Riaño en neem de afslag naar Dobarganes. Daar begint een schitterende rondwandeling naar de Pico Jano, een alleenstaande piek met 360º uitzicht over de Picos en de achterliggende Cantabrische berggordel. Denk er wel aan om de track van de route te downloaden op de app, want de lokale bruine beren zijn dol op de wandelwegwijzers en gebruiken ze als tandenstokers... Wandeling: 8,5 km, 450 m stijgen en dalen, 4,5 uur.

De mooiste route naar de laatste accommodatie van deze reis, voert via de gemeente Cabrales, die in Spanje beroemd is om drie redenen: de Picu Urriellu (meest markante piek van de hele Picos, geliefd onder bergbeklimmers), de Careskloof (een 12 km lange spectaculaire kloof waar je alleen te voet doorheen kunt) en de Quesu Cabrales, een pittige blauwe schimmelkaas die alleen in deze gemeente gemaakt mag worden. Als je even het zijweggetje naar Poncebos inslaat (of beter de bus neemt in Arenas), kun je de Careskloof bewandelen of even omhoog lopen naar Camarmeña om de Picu Urriellu van dichtbij te bewonderen. Of je rijdt nog verder omhoog naar het hoogste dorp Sotres waar je in een moderne kaasmakerij het productieproces kunt bekijken, de kazen kunt proeven en een natuurlijke grot kunt bezoeken waar de kazen te rijpen worden gelegd. Maar ook dit bezoek kun je beter vooraf reserveren via internet. De rit van vandaag is ca 80 km, welke optie je ook kiest, al is de route langs de kust wel sneller (1 uur) dan via Arenas (1,45 uur). Aan het eind van de dag neem je je intrek in een sfeervol en onlangs gerestaureerd huis in de oude 'Indiano-stijl' in het dorp Nueva de Llanes.

De kust tussen Llanes en Ribadesella is zonder twijfel de mooiste van Asturië en staat bekend om de hoge golven en de zogenaamde 'bufones', spuitgeisers waar bij bepaalde golfslag water door nauwe rotsspleten een stuk landinwaarts omhoog spuit. Je kunt er heerlijk zwemmen in beschutte baaitjes, surfen en zonnebaden maar ook uren dwalen over vissermanspaden, pal boven de rotskliffen. Je kunt kiezen voor een wandeling langs de natuurlijke geisers van Llames de Pria en het strand Cuevas del Mar. Maar je kunt ook de Camino del Norte door het binnenland volgen tot aan het mooie vissersplaatsje Ribadesella, en ná een uitgebreide lunch in een visrestaurant, het boemeltje terug naar de accommodatie nemen. In Ribadesella is nog een museum met replica's van prehistorische grottekeningen uit het paleontologisch tijdperk, maar hier zijn de originelen in de grot ernaast wél te bezichtigen, als je tenminste van te voren kaartjes via internet hebt geboekt. Wandelingen: 13 km, 170 stijgen en dalen, 4,5 uur of 15,5 km, 140 m stijgen en 180 m dalen, 6 uur (kan ingekort worden tot 12 km).

Na het ontbijt in Nueva de Llanes eindigt het arrangement. Je kunt je arrangement prima verlengen met een bezoek aan Baskisch Bilbao, circa 2 uur rijden van Nueva de Llanes. Of je rijdt in ca 1,5 uur naar het vliegveld van Oviedo.