Op het vliegveld van Funchal haal je de huurauto op en rijd je in 1 uur, via Funchal, langs de zuidkust naar het eerste verblijfplaats. Je zult zich verbazen over de ingenieuze wijze van wegenbouw op dit grillige eiland. Op sommige trajecten rijd je meer door tunnels dan erbuiten. Toch krijg je genoeg mee van de subtropische begroeiing, de overal verspreide huisjes en de schitterende kustlijn. Indien er na aankomst nog tijd is, kun je een korte wandeling (4,5 km, 200 m stijgen en dalen, 2 uur lopen) door het typerende cultuurlandschap van Madeira maken: kleine akkertjes, huisjes en overal kleurige bloemen. Spectaculair is ook het steile zigzagpad tussen Prazeres en Paul do Mar. Maar je kunt ook in de auto stappen en in 5 minuten naar een van de mooiste dorpjes van Madeira rijden. Jardim do Mar ligt aan zee, onder aan een steile klif en je kunt er goed eten.

Verkenning van de westpunt van Madeira. Je rijdt naar Ponta do Pargo waar een klassieke vuurtoren het meest westelijke puntje van Madeira markeert. Vanaf 350 m hoogte kijk je neer op de branding en de kliffen die de hele noordwestpunt van het eiland domineren. Uitgebreide wijnbouw zoals aan de zuidkust van Madeira is op deze winderige plek niet mogelijk. Het is hier wat minder dichtbevolkt, er worden andere gewassen verbouwd en er loopt wat vee.
Iets voorbij Ponta do Pargo kun je een afwisselende rondwandeling maken (10 km, 400 m stijgen en dalen, 3,5 uur lopen). Je loopt omhoog het bos in en pikt daar Levada Nova op. Het dennen-eucalyptusbos is heel open zodat je vanaf de levada veel zicht op zee hebt en de dorpjes onder je. Na een steile afdaling bereik je een kapel met uitzicht op zee. Je keert langs een indrukwekkend uitzichtpunt en een vriendelijk dorp, met veel bloemen en mandarijnenboompjes, terug naar de auto.

Vandaag zijn er twee opties. Óf je maakt een rondwandeling langs de kliffen van de zuidkust bij Paul do Mar of verkent de noordelijkste punt van Madeira en het hooggelegen binnenland.

Vanaf Prazeres start je makkelijk door via het dorp en het levadapad naar Raposeira te lopen. Dan daal je via een weinig gelopen oud slingerpad en een bananenplantage af naar de Fajã van Paul do Mar. In het dorpje kun je bijkomen van de afdaling en je voorbereiden op de klim terug omhoog. Over zonder twijfel één van de mooiste voetpaden van Madeira zigzag je over een oud pad omhoog langs de kliffen. Onderweg zie je de meest fantastische rotsformaties en drie watervallen. Wandeling: 12,5 km, 720 m stijgen en dalen, 5 uur.

Naar Porto Moniz rijd je omhoog naar de onbewoonde bergrug van 1300 m die dit deel van het eiland domineert. Via een aantal uitzichtpunten daal je af naar Porto Moniz, het noordelijkste plaatsje, gelegen aan zee, met een natuurlijke haven. Ver boven Porto Moniz begint een van de mooiste levadawandelingen: Levada da Ribeira da Janela. Eerst heb je fraai zicht op de kleine terrasjes en huisjes met oranje daken op de steile helling aan de overkant, dan loop je een weelderig laurierbos binnen, gelegen in een ongerepte, onpeilbaar diepe vallei. Deze vlakke wandeling duurt maximaal 2,5 uur (max. 25 m stijgen en dalen). Er is ook een langere rondwandeling vanuit Porto Moniz (10,5 km, 570 m stijgen en dalen, 4,5 uur). Na de wandeling rijd je naar Fanal, een stukje Afrikaanse savanne op 1200 m hoogte. Grillige laurierbomen, vol mos en varens, staan in een weidegebied met grazend vee. Daarna bereik je de moerassige hoogvlakte Paúl da Serra, het best te vergelijken met Schotland, en daalt dan weer af naar Calheta.

Je rijdt 10 km omhoog naar de bergkam op 1300 m hoogte. Hier zet de auto neer en daalt aan de andere kant van de kam af, het dal van Rabacal in. Door dit dal stroomt het water van de hoogvlakte Paúl da Serra naar beneden. Middels levada’s op vier niveaus wordt het water opgevangen en via tunnels naar de zuidkant van de bergrug geleid, waar het in de Levada Nova verdeeld wordt over de uitgestrekte landbouwgebieden. Je wandelt over mossige levada’s, onder bomen vol baardmos en langs druipende rotswanden naar de 25 Fontes, waar het water van een enorme waterval en meerdere kleinere bronnen opgevangen wordt, daalt af naar Levada da Rocha Vermelha en ziet hoe deze, onder aan een loodrechte wand, in een 2 km lange tunnel verdwijnt. Na genoten te hebben van het uitzicht over de imposante groene vallei van de Ribeira da Janela, klim je weer omhoog naar de Levada das 25 Fontes en ziet ook deze in een tunnel verdwijnen. Op deze dag krijg je een goed beeld van de noeste arbeid die verricht is om Madeira groen te houden. De wandeling kan naar believen ingekort of juist verlengd worden. Het is zelfs mogelijk het begin en eind met een taxibusje af te leggen, zodat er slechts een korte wandeling naar de mooiste plekken gemaakt hoeft te worden. Totale wandeling: 8,5 km, 550 m stijgen en dalen, 3,5 uur.

Je verlaat je verblijfplaats aan de zonnige zuidkust en rijdt via Paúl da Serra en de Encumeada-pas (1083 m) naar Sao Vicente aan de groene en vochtige noordkust. Hier volg je een tijdje de kustweg, onderlangs spectaculaire kliffen, naar de volgende overnachtingsadres in Boaventura of Arco de Sao Jorge. Totale rijafstand is ca. 60 km.
Onderweg kun je twee stops maken in het groene en grillige berggebied rond Encumeada. Eerst stop je bij Bica da Cana (1600 m) voor een uitstapje naar het uitzichtpunt. Bij de Encumeada-pas kun je een stuk heen en weer lopen over de Vereda da Encumeada, de ruim 11 km lange kamwandeling naar Pico Ruivo. Je loopt door een spectaculair berglandschap, waarbij het wel even flink stijgen en vervolgens terug weer afdalen is.
Vlak bij de huisjes van je accommodatie in Arco de Sao Jorge ligt een bijzondere botanische tuin met onder meer een fraaie rozentuin met meer dan duizend variëteiten, een van de grootste collecties in Portugal.

Je kunt vandaag een heel afwisselende rondwandeling maken via het cultuurland rond Boaventura of langs de Koninklijke Levada: levada do Rei. Terwijl je door jungle-achtige vegetatie langs een authentieke levada loopt, heb je ook zicht op Boaventura en de oceaan. Wandeling: 7,5 - max. 11 km, 380 m stijgen en dalen, 4,5 uur lopen.
Het kan echter slecht weer zijn aan de noordkust. Niets staat je dan in de weg om naar Funchal te rijden (75 km, grotendeels over Via Expresso), waar het waarschijnlijk wel mooi weer is. Funchal is een gezellige stad met leuke terrasjes en eethuisjes, maar ook aardige musea en historische gebouwen. Uiteraard heb je hier ook de gelegenheid om madera te proeven in eeuwenoude wijnkelders.
Als het juist mooi weer is, rijdt je misschien liever de 35 km naar Teixeira op 1600 m hoogte en beklimt de Pico Ruivo, met 1862 m de hoogste top van Madeira.

Via de grillige noordkust rijd je naar de laatste overnachtingsadres aan de oostkant van Madeira. Het is een mooie rit, waarin je met vele bochten enorme dalen doorkruist. Overal steile hellingen met groene gewassen en oranje daken, daarboven nevelige wouden. Geregeld heb je vanaf grote hoogte zicht op zee. De rit is ca. 60 km, maar daar heb je zeker 1,5 uur voor nodig. Dan is er nog genoeg tijd voor een mooie wandeling, bijvoorbeeld naar de bij dag 6 al genoemde Pico Ruivo. Je kunt ook doorrijden naar het bijzondere woestijn-schiereiland Ponta Sao Lourenco. De vochtige lucht die tegen de rest van Madeira ver genoeg opstijgt om veel regen en mist te veroorzaken, drijft moeiteloos over het lage schiereiland, vandaar dat het er bijna nooit regent. Er groeit dan ook heel weinig en de roodachtige vulkanische kleuren komen goed tot hun recht (wandeling: 7 km, 350 m stijgen en dalen, 3 uur). Daarna kun je een terrasje aandoen in het historische stadje Machico. Zarco, een van de ontdekkers van Madeira, is in 1419 in Machico aan land gekomen. In het centrum staan nog wat aardige historische panden naast eeuwenoude platanen en er wordt aan het eind van de dag druk geflaneerd aan de boulevard.

Na het ontbijt eindigt het arrangement. We hebben deze overnachtingsplek gekozen omdat je minder dan 10 km van het vliegveld af zit, maar er geen last van hebt.