Aankomst in het vriendelijke marktstadje Kirkby Stephen, startpunt van de Oostelijke etappe van onze Coast-to-Coast route en pleisterplaats voor veel Coast-to-Coast wandelaars. Als je nog tijd hebt om het stadje te verkennen, bezoek dan zeker de Sint-Heddakerk met de 8e-eeuwse Loki-steen die betrekking heeft op de Noorse mythologie. Je verblijft in het stadje in een monumentaal Georgisch herenhuis vol karakter, met een vriendelijke, ontspannen sfeer.

Deze eerste wandeling van de oostelijke etappe van de Coast-to-Coast route voert je over "The Backbone of England": de afgeplatte en verlaten heuvels van de Pennines. Een lange, geleidelijke klim voert je het stadje uit naar de kam van de Pennines (661m), waar de mysterieuze  ‘cairns’ van Nine Standards Rigg staan. De stenen obelisken vormen mogelijk een oude grensmarkering, maar de echte oorsprong is onbekend.  Het markeert de waterscheiding van Engeland: vanaf nu stroomt het water dat je passeert niet langer naar de Ierse Zee, maar naar de Noordzee.  Vervolgens steekt je de, bij slecht weer dreigend aandoende,  heidevelden over naar Keld in Swaledale. Als het een natte en koude dag is, kun je een alternatieve, lagere route volgen en op de boerderij van Ravenseat genieten van welkome beschutting, een scone en thee. Als je Keld nadert worden de heidevelden vriendelijker. Het dorpje Keld kent vele watervallen en oude stenen schuren. In de accommodatie waar je vanavond verblijft wordt traditionele Yorkshire ‘fayre’ geserveerd. Lengte 18,5 km, 600m stijgen en 450m dalen, duur 6 uur.

Er zijn vandaag twee opties. Beide opties tonen je elk een eigen gezicht van het prachtige Yorkshire Dales National Park. De ene is een iets langere en hogere route over wilde heidevelden van Melbecks Moor en langs lang verlaten loodmijnen, die vooral voor liefhebbers van industriële erfgoed interessant zijn. Als je ongunstig weer hebt of gewoon liever een lagere route volgt, is er de mooie alternatieve route via Swaledale, dat met zijn door ontelbare stenen muurtjes omgeven weilanden hét klassieke plaatje van Yorkshire Dales vormt. Op deze route is er een erg leuke pub in Gunnerside. Je dag eindigt in Reeth, een aantrekkelijk groen dorp dat opbloeide op het hoogtepunt van het mijnbouwtijdperk en vandaag de dag goed populair is bij toeristen, vandaar een verzameling pubs en theewinkels. De hoge route is 18,5 km, 500 m stijgen en 620 m dalen, duur 6 uur; de lage route is 19 km, 160 m stijgen en 290 m dalen, duur 5,5 uur. 

Vandaag wandel je door het prachtige Swaledale, door weilanden en langs vriendelijke dorpjes en gehuchtjes als Marrick en Marks. Af en toe zoekt de route het wat hogerop zodat je mooi uitzicht over de vallei hebt. Je maakt geregeld gebruik van het typisch Engelse ‘right of way” dat je toestaat om over boeren erven en landerijen te wandelen, zolang je maar op de ‘public foothpaths’ blijft. Dat betekent wel dat je regelmatig via ‘stiles’(trapjes) en ‘kissing gates’ over of langs muurtjes of heggen van de ene wei naar de andere wandelt. Aan het eind van de wandeling wandel je onderlangs de mooie kalksteenwand van de Whitcliffe naar het stadje Richmond. Dit buitengewoon pittoreske stad Richmond, met zijn geplaveide marktplein en Normandisch kasteel, is een populaire bestemming voor bezoekers en veel Coast-to-Coast wandelaars houden er een dagje rust. Net buiten het stadje stroomt de River Swale over de Town Falls, die wanneer er veel water in de rivier staat behoorlijk indrukwekkend is. Lengte 17 km, 400 m stijgen, 460 m dalen, duur 5 uur.  Je verblijft in een zeer comfortabel guesthouse, op loopafstand van alle bezienswaardigheden in Richmond.

Je laat de Yorkshire Dales achter je en begint aan de tweedaagse oversteek van het Yorkshire laagland dat zich tussen de Dales en de North York Moors uitstrekt. Dit is hoofdzakelijk agrarisch land en je wandelt over stille weggetjes, door weilanden en langs beekjes. Eerst volg je de rivier de Swale en wandel je door de velden naar de Catterick Race Course, en vervolg je je weg naar Bolton-on-Swale, waar je bij het kerkje een ideale lunchstop vindt. Dan wandel je langs kleine stroompjes, door weilanden en over rustige landweggetjes naar het dorpje Danby Wiske met zijn ‘green’ en enkele pubs. Lengte 23 km, 175 m stijgen, 275m dalen, duur 6 uur.

Vandaag wandel je hoofdzakelijk over stille landweggetjes, maar af en toe steek je ook een weiland over. Onderweg passeer je de ‘moat’ van East Harlsey, een door mensenhand opgeworpen heuvel waarop ooit een kasteel stond. Er zijn vandaag nauwelijks hoogteverschillen. Pas tegen het eind van de wandeling, als je na Ingleby Arncliffe aan de voet van de North York Moors staat, wachten er twee klimmetjes. Over een prachtig bospad klim via Mount Grace Priory (gebouwd in 1398) naar Osmotherley. Osmotherley is een schilderachtig heuveldorp op de rand van de North York Moors, met drie pubs om uit te kiezen, en de oudste nog functionerende Methodist Church van Groot-Brittannië uit 1754. Lengte 18,5 km, 230 m stijgen en 110 m dalen, duur 5,5 uur.

Deze eerste wandeling door North York Moors National Park is een ware ‘roller coaster’: het gaat na een eerste klim tot bovenop de Moors steeds op en neer door het golvende landschap van met heide bedekte heuvels. Nadat je van Scarth Wood Moor bent gekomen, wacht er een lange klim naar Live Moor en Carlton Bank (408 m) voordat je afdaalt naar Lord Stones Café, een ideale pauze plek, zeker als het koud en winderig was op de Moors... Daarna volgt de opeenvolging van heuveltopjes, valleitjes en prachtige uitzichtpunten: Cringle Moor, Broughton Bank en White Hill allemaal op of meer dan 400 meter hoogte. Tussen de toppen daal en klim je steeds 100 tot 200 meter, wat de wandeling inspannend maakt. White Hill is een gebied met zandstenen rotsblokken genaamd ‘The Wainstones’  waar je doorheen wandelt. Bij  helder weer heb je geweldig uitzicht over  de heuvel Roseberry Topping, Vale of Mowbray en terugkijkend helemaal tot de Pennines. Uiteindelijk bereik je de parkeerplaats van Clay Bank Top, vanwaar je naar je overnachtingsplek in Great Broughton wordt gebracht (in de omgeving van Clay Bank is immers geen accommodatie).  Lengte 17,5 km, 750 m stijgen, 660 m dalen, duur 6,5 uur.

Na het ontbijt wordt je weer teruggebracht naar de parkeerplaats van Clay Bank Top en vervolg je je route bovenlangs de noordrand van de North York Moors. Het pad volgt de met heide bedekte helling omhoog over Round Hill (454 m), waar je opnieuw prachtig uitzicht hebt. Daarna volg je het vlakke traject van de oude ontmantelde Rosedale-spoorlijn over de verlaten en weidse ‘moors’. In augustus bloeit de heide prachtig paars. Soms heb je uitzicht op de vruchtbare ‘upper valleys’ van  Farndale en Eskdale. Maar bij duister weer is de heide geheimzinnig en de diverse prehistorische ‘standing stones’ die je her en der in het veen ziet staan maken deze ‘wuthering heights’ nog mysterieuzer. En vooral onder dergelijke weersomstandigheden vormt de 400 jaar oude en afgelegen Lion Inn in Blakey een meer dan welkom toevluchtsoord tegen de elementen, en het is ook erg gezellig! Een bijzondere overnachtingsplek midden op de Moors! Lengte 14 km, 280 m stijgen en 120 m dalen, duur 4 uur. 

Je vervolgt je tocht over de North York Moors en passeert verderop een markant wit kruis, Fat Betty.  De route voert over Glaisdale Moor en de heuvelrug Glaisdale Rigg, waar je uitkijkt over het lieflijke, groene Great Fryup Dale. Dan volgt een gemakkelijke golvende afdaling naar het prachtige beboste Eskdale.. Na het dorpje Glaisdale volg je een mooi pad door de bossen op de oevers van de rivier de Esk, waar je de ‘Beggars Bridge’ passeert, een parabolische stenen structuur met een verhaal over verloren liefde en hervonden liefde! De rivier is ook geliefd bij vliegvissers.  In dit charmante landschap aan de voet van de noordrand van de North York Moors ligt het dorpje Egton Bridge dat een kerk heeft met relikwieën van de katholieke martelaar, Oliver Postgate. Lengte 19 km, 130 m stijgen en 490 m dalen, duur 5 uur.

Het slotakkoord van de Coast-to-Coast walk is een  pittige, maar heel afwisselende wandeling!  Als je vroeg op pad gaat kom je misschien op tijd in Grosmont aan de historische stoomtrein naar Pickering te zien vertrekken. Daarna volgt een steile klim door heidevelden tot je weer bovenop de Moors staat. Bovenop zie je in de verte Whitby en zijn abdij liggen…. De abdij ligt boven de kust, maar de zee en het einde van de tocht zijn nog steeds verder dan je zou denken, aangezien de route abrupt van koers verandert om de May Beck-vallei met zijn Falling Foss-waterval over te steken. Een laatste stuk hoogveen en het dorpje Hawsker leiden je uiteindelijk naar de kust De laatste 5 km over het klifpad bovenlangs de Noordzeekust naar Robin Hood’s Bay vormt het fraaie sluitstuk van de dag.  Het dorpje blijft lang voor het oog verscholen, maar als je eenmaal de eerste rode daken van het dorpje ziet is de euforie groot! Het dorpje is geclusterd rond de kleine haven aan de Noordzeekust en markeert het einde van deze 190 kilometer lange oversteek dwars door Engeland. Volgens traditie steek je je teen in de Noordzee en gooi je het kiezelsteentje dat je van het strand van St Bees hebt meegenomen  in zee, voordat je het voltooien van de Oostelijke etappe (of misschien wel de hele Coast-to-Coast) in de pub of tearoom viert! Lengte 26,5 km, 530 m stijgen en 560 m dalen, duur 7,5 uur. 

De reis eindigt na het ontbijt in Robin Hood's Bay.