Aankomst in Mahón, een havenstad, gelegen op een heuvel boven een langgerekte en dus goed te verdedigen baai. Vanwege zijn strategische positie werd het eiland afwisselend bezet door Engelse (viermaal), Franse (driemaal) en Spaanse troepen in een periode van nauwelijks 150 jaar (eind zeventiende, begin negentiende eeuw). Tijdens het Engelse protectoraat werden handel en piraterij door schepen uit Mahón, toegelaten tot in alle uithoeken van de Middellandse Zee. Daardoor bloeide de economie op en kreeg de in oorsprong middeleeuwse stad haar huidige vorm. Mahón heeft een sfeervol stadscentrum, met statige herenhuizen en een aantal bezienswaardige monumenten, zoals de Iglesias de San Francesc en Santa María (met indrukwekkend orgel) en het Teatre Principal.

Transfer naar vissersdorp Es Grau, tevens begin van natuurpark s’Albufera. Na een laatste kop koffie in de lokale kroeg, begin je de wandeling over de goed bewegwijzerde Camí de Cavalls. Deze route gaat door een uitgestrekt gebied van moerasland en duingebieden rondom een enorme lagune. Naarmate je Kaap Favaritx nadert, wordt de kust schraler en rotsiger. De enige vrolijke en exotische noot in het landschap is de fel-roze bloeiende carpobrotus. Dan doorkruis je een gebied met de grootste dichtheid aan endemische flora van Menorca (verschillende soorten dicht en prikkend struikgewas, die door de locals allemaal 'socarell' worden genoemd). Tot slot kom je langs een zoutwinningsgebied. Vanuit het vakantieoord Port d’Addaia is er een korte transfer naar het meest noordelijke vissersdorp van het eiland: Fornells.
Wandeling: max.19 km, 240 m stijgen en 200 m dalen, 6 uur.

Je wordt naar Cap de Cavalleria gebracht (twintig minuten). Hier pak je de Camí de Cavalls weer op en volgt de ruige en onbewoonde kustlijn over het meest heuvelachtige gedeelte van het eiland. Op en af gaat het over de kliffen en door een landschappelijk mozaïek van weilanden, moerasland en gedrongen mediterrane bosschages. Onderweg kun je een groot aantal vogels zien, waaronder de visarend, vale gier, rode wouw, dwergarend, slechtvalk en torenvalk. Op dit deel van de route is er één strand met café-restaurant en verder niets dan zee, wind en natuur tot aan het ophaalpunt bij Cala S’Aloc. Na de wandeling is er een transfer terug naar Fornells.
Wandeling: 17 km, 360 m stijgen en 310 m dalen, 6 uur. 

Vanaf Fornells word je terug naar de plek gebracht waar de wandeling gisteren eindigde: Platja Cala del Pilar. Van hier af vervolg je de Camí de Cavalls, die zich ditmaal gedurende tien kilometer van de kust verwijderd om een landtong te doorkruisen. Aan het begin zijn er nog wat heuvels te nemen, maar gaandeweg wordt het landschap opener en agrarischer. Hier wordt de lokale kaas (Queso de Mahón) geproduceerd en zijn dus overal (Friese zwartbont!) koeien te zien, maar ook indrukwekkende boerenhoeves uit de zeventiende en achttiende eeuw. Aan het einde van deze relatief eenvoudige dag, word je vanaf Cala Morell naar het vriendelijke plaatsje Ciutadella gebracht, waar je de komende drie nachten verblijft.
Wandeling: 14 km, 200 m stijgen en dalen, 4 uur. 

's Ochtends word je terug naar Cala Morell gebracht, waar je de kustroute weer oppikt. In dit sjieke vakantieoord zijn grotwoningen te bezichtigen uit het Talaiotische tijdperk (1500-300 voor Chr). De lucht is zwaar van mediterrane geuren (rozemarijn, cistus, kamille), maar verder groeit er heel weinig op dit droge en hobbelige karstplateau. De tramuntana-wind kan hier behoorlijk spoken. Daarom zijn overal manshoge muurtjes opgetrokken van gestapelde kalksteen. Huizen zie je hier niet, alleen bizarre geitenstallen in de vorm van een bruidstaart, geïnspireerd op de Talaiotische bouwkunst. Aan het eind bereik je de toeristische kustplaats Cales Piques, van waar je per bus of te voet verder gaat naar het mooie havenstadje Ciutadella.
Wandeling: 14 km, 125 m stijgen en 150 m dalen,  4,5 uur. 

Je wordt terug naar Son Xoriguer gebracht, waar je de wandeling vervolgt. Met de rug gekeerd naar de hoogbouw, vervolg je de struintocht langs de kust. Het landschap is aanvankelijk nog vrijwel vlak. Je ziet akkerland afgewisseld met bossen van eiken, dennen en wilde olijven, waarachter schitterende strandjes schuil gaan, zoals de Platges de Son Saura en de Cala en Turqueta. Aan het einde wordt het landschap ruiger, herhaaldelijk doorsneden door barrancos (droge beekdalen). Na aankomst in het levendige kustplaatsje Cala Galdana, word je naar Ciutadella teruggebracht.
Wandeling: 14,5 km, 120 m stijgen en dalen, 4,5 uur.

De laatste wandeldag begint met een transfer terug naar Cala Galdana. De wandeling begint met een korte doorsteek naar het strandje Cala Mitjana, gelegen aan de rand van een steeneikbos, waar nog resten van houtskoolovens te zien zijn. Dan gaat het landinwaarts via de Camí de Cavalls naar het strand van Santo Tomas. Langs het lange strand van Son Bou wandel je uiteindelijk naar het eindpunt van de tocht. Aan het einde van de wandeling wacht een taxi je op en word je naar Mahón gebracht.
Wandeling: 18 km, 190 m stijgen en dalen, 5,5 uur. 

Na het ontbijt eindigt het arrangement.