Aankomst in Bologna, een stad met vele bezienswaardigheden: de oude Universiteitsgebouwen, het prachtige Piazza Maggiore, de scheve Torre degli Asinelli ("de ezelstoren") en natuurlijk de vele terrasjes waar je altijd wel een ‘tagliatelle al ragù’ kunt proeven. In de Duomo kan je alvast een kaarsje opsteken voor de pellegrini (de pelgrims). Je hotel ligt in de oude binnenstad op loopafstand van alle bezienswaardigheden.

Vanaf het Piazza Maggiore, het hart van de stad, loop je naar de Portico di San Luca, gebouwd in 1674: dit is de langste overdekte straat ter wereld, 4 km gedomineerd door 666 bogen, die zich bergopwaarts uitstrekt tot aan de basiliek van San Luca. Vanaf dit heiligdom daal je af naar de vallei van de Reno. Je volgt het rivierdal langs de rechteroever en na wat klimmen en dalen bereik je je hotel aan de rand van Sasso Marconi, genoemd naar de Nobelprijs-winnende wetenschapper Guglielmo Marconi die hier is geboren.
Wandeling: 19,5 km, 330 m stijgen en 30 m dalen, 6 uur.

Na het ontbijt arriveert een taxi die je meeneemt voor een korte transfer naar Badolo, vanwaar je richting Monzuno begint te lopen. Het hoogtepunt van de wandeling van vandaag is de Contrafforte Pliocenico, een rotsbastion dat tijdens het Plioceen (2-4 miljoen jaar geleden) uit de ondiepe zee oprees - waarvan de bewijzen te vinden zijn in de fossielen van oude schelpen die nog steeds in de lokale rotsen zijn ingebed. Je wandelt als het ware rondom de berg Adone, met zijn karakteristieke stenen torens. Je eindbestemming is Monzuno, een bergdorpje dat geheel toegerust is voor de ontvangst van wandelaars.  
Wandeling: 16 km, 450 m stijgen en 250 m dalen, 5,5 uur.

Vandaag een bosrijke etappe die voert langs groene velden en uitgestrekte kastanjebossen. Letterlijk onder je voeten liggen eeuwenoude straatstenen van de "Flaminia Militare", de Romeinse weg die vroeger Bologna met Arezzo verbond. Ook passeer je de grensovergang tussen de regio’s Emilia Romagna en Toscane, tussen de staande stenen van het Pian di Balestra. De eindbestemming van vandaag is Bruscoli, waar je overnacht in een prachtig gelegen Agriturismo. Geniet van een heerlijke boerenmaaltijd na zo’n lange en inspannende dag. Neem ook de tijd om de prachtige zwart-wit foto’s gemaakt van het plattelandsleven hier aan het begin van de 20-ste eeuw te bewonderen.
Wandeling: 19,5 km, 830 m stijgen en 540 m dalen, 8 uur.

De route voert verder naar de Passo della Futa, de grootste Duitse begraafplaats van Italië, waar meer dan 30.000 Duitse soldaten werden begraven. Een plek gebouwd voor de oorlog, nu ondergedompeld in stilte en vrede. Vervolgens daal je de Futa-pas af en klim je naar Monte Gazzaro met zijn witte kruis, de hoogste top die we vandaag bereiken; vanaf hier geniet je van het adembenemende uitzicht op de Firenzuola-vallei en de Mugello. Een breed bergafwaarts pad leidt je naar het dorpje Sant'Agata, met zijn musea gewijd aan zowel heilige als boerenkunst. Hier merk je dat het landschap om je heen verandert naar een meer typisch Toscaans landschap. Vanaf Sant’Agata neem je de lokale bus (op zondag een taxi) naar San Piero a Seve, een korte rit van 7 km.
Wandeling: 22 km, 560 m stijgen en 1140 m dalen, 8 uur. 

Na het verlaten van San Piero wandel je verder richting het Castello del Trebbio, een van de residenties van de Medici-familie, nu een privé-kasteel. Deze plek biedt een uitzonderlijk uitzicht dat zich uitstrekt over de Mugello-vallei en het meer van Bilancino. De route gaat verder door grote olijfgaarden, voortdurend klimmend om uiteindelijk het Montesenario-klooster te bereiken, dat de gelijknamige berg domineert - het uitzicht vanaf hier, dat de hele Mugello-vallei omvat, is het "geschenk van de goden" voor al je inspanningen! Dan volgt nog de afdeling naar het dorpje Olmo, waar een prima hotel wacht.
Wandeling: 19,5 km, 810 m stijgen en 600 m dalen, 8 uur. 

Het einde van je reis is nabij. Nog een laatste keer volg je de beboste bergkammen langs de Vetta le Croci, een plaats waar 200.000 barbaren werden gedood tijdens de slag om Montereggi, (405 na Chr.). Van daaruit daal je verder af naar Fiesole, een terrasvormig Etruskisch stadje met uitzicht op de stad Florence. Nog even klim je naar de top van de Monte Ceceri, de plek waar Leonardo da Vinci zijn vliegmachine uitprobeerde, om vervolgens met een paar flinke slingers af te dalen in de vallei van de Arno. De route eindigt aan de stadsrand van Florence vanwaar je de bus naar het stadscentrum kunt nemen. Sluit je reis af op het Piazza Santo Spirito en geniet ‘s avonds van een wandeling in de wijk Oltrarno, door smalle straatjes vol ambachtelijke werkplaatsen en restaurantjes.
Wandeling: 17,5 km, 370 m stijgen en 740 m dalen, 6,5 uur. 

Na het ontbijt eindigt dit arrangement