Aankomst in Arenas de Cabrales aan de voet van de Picos de Europa. Als je tijd hebt, maak je een wandeling naar de Romaanse dorpskerk Santa María de Llas. Of je bezoekt het kaasmuseum in een natuurlijke grot, waar haarfijn wordt uitgelegd hoe in de Picos een pikante schimmelkaas wordt bereid, nog steeds op traditionele wijze.

Meteen van start met een pittige bergwandeling rondom de Pico Juan Robre, over stenige voetpaden met los grind en kriskras door een landschap van dolines en kalkrichels. Halverwege kom je door het weidegebied Nava, met uitbundige flora en mooie vergezichten over de Cares-kloof en de hoogste toppen van de Picos. Totaal 10,5 km, 650 m stijgen en dalen, ongeveer 5,5 uur. Bij nat weer, onweersvoorspelling of na een vermoeiende heenreis, kies je voor de kortere rondwandeling over landweggetjes via het dorpje Póo. Totaal 10 km, 390 m stijgen en dalen, ongeveer 4 uur.

Een absolute klassieker uit het lokale wandelrepertoire, die jaarlijks duizenden mensen aantrekt, maar daarom niet minder mooi is. Het wandelpad Ruta del Cares is ontstaan na de aanleg van een kanaal dat de elektriciteitscentrale in Poncebos voedt.

Na een transfer van vijf minuten, klim je vanuit Poncebos eerst 150 meter steil omhoog over een zigzagpad. Als je eenmaal het onderhoudspad van het kanaal hebt bereikt gaat het vrijwel ‘vlak’ (vals plat) verder tot aan Caín (12 kilometer). Dan heb je de keuze uit nog 8 kilometer wandelen over verharde landweggetjes of je neemt een taxi naar het hotel in Posada de Valdeón. Wandeling: 11,5 of 21 km, 850 of 1300 m stijgen en 600 of 700 m dalen, 4 of 6,5-7 uur lopen.

Na twee pittige wandelingen maak je vandaag een wat rustiger rondwandeling door het bosrijke dal van Valdeón, waar beren en wolven huizen. Doel is een herdershut aan de noordkant van het westelijke massief op de bergweide Vega de Llos (op 1545 meter hoogte), die uitnodigt tot een siësta. Maar, als je méér uitzicht wilt, dan bestaat de mogelijkheid om naar de pas El Frade (op 1785 meter) te klimmen. Daar zijn de noordkust en een waaier van bergruggen zichtbaar. Wandeling 12,5 km, 640 m stijgen en dalen, ongeveer 5 uur lopen. El Frade is 4 km en 200 m stijgen en dalen, ongeveer 1,5 uur lopen extra.

De dag begint met een gestage klim over het oude marktpad (Camín del Mercadillo) van Posada de Valdeón naar Liébana. Halverwege bereik je de weidse pas Caben de Remoña, tevens de grens tussen de provincies León en Cantabrië. Hier heb je een keuze. Je kunt rechtstreeks afdalen naar Espinama (totaal 16 km, 850 m stijgen, 900 m dalen, 6,5 uur lopen). De andere mogelijkheid is een spectaculaire (enigszins hoogtevreesgevoelige) hoge route via de idyllische, hoog gelegen doline Vega de Liordes naar Fuente Dé, waar je de bus of een taxi neemt naar het hotel. Deze route is totaal 16 km, 1270 m stijgen, 1120 m dalen, ongeveer 8,5 uur lopen.

NB. Als je bagagevervoer hebt bijgeboekt, kun je je eventueel de eerste 5 km en 500 m stijgen besparen door mee te rijden.

Ben je moe, dan breng je de dag door in het tuin van het hotel, bij het (mini)zwembad, of je maakt een uitstapje naar het stadje Potes, met een middeleeuws centrum. Wil je wandelen, dan neem je eerst de bus naar Fuente Dé (1100 meter) en dan de kabelbaan naar 1835 meter hoogte. Daar begint een korte maar spectaculaire wandeling op en neer naar het uitzichtpunt Horcados Rojos. De route is 10 km, 500 m stijgen en dalen (ongeveer 4-4,5 uur). Rijdt er geen bus, of wil je vroeg op stap, breid de route dan uit door vanuit het hotel te voet naar de kabelbaan te gaan. Deze ‘aanlooproute’ is 4 km lang, ongeveer 1 uur.

Vandaag een lange maar in landschappelijk opzicht afwisselende en indrukwekkende tocht. Eerst ga je over voetpaden door bos omhoog naar Igüedri, dan over landrovertracks naar de pas Aliva (1645 meter) en vervolgens over een moreen het dal van de rivier de Duje in. Je deelt het weidse landschap met duizenden stuks vee die vrij rondlopen onder het waakzame oog van de gierenkolonie die nestelt in de spelonken van de hoogste pieken aan weerszijden van de pas. Doel is Sotres, het hoogstgelegen dorp in de Picos en een prima uitvalsbasis voor wandelingen. Maar helaas ligt het 150 meter boven de rivier, aan de rand van een zwevend dal. Je moet op het laatst dus nog even klimmen! Totaal 15 km, 700 m stijgen en 550 m dalen, 6,5-7 uur.

Na een korte transfer begin je aan een mooie en zeer gevarieerde route door het oostelijk massief, ook wel Ándara genoemd. Aan het begin volg je een voormalige mijnweg gestaag omhoog. Dan stap je over op stenige voetpaden die verder het massief in voeren; als je wil, ook naar een top op 2215 meter. Tijdens de afdaling volg je veepaden rechtstreeks naar het hotel in Sotres. Wandeling: 12,5 km, 500 m stijgen en 850 m dalen, ongeveer 5,5 uur lopen. De top beklimmen betekent 6 km extra, 200 m stijgen en dalen, ongeveer 2,5 uur lopen.

Ter afwisseling maak je vandaag een kortere maar avontuurlijke rondwandeling door de hooilanden en beukenbossen van het naburige dorp Tresviso. Na een korte transfer wordt je een kijkje gegund in de diepe rivierkloof van de rivier de Urdón en hoor je wellicht de karakteristieke roep van het beschermde auerhoen (urugallo). Totaal 11 km, 450 m stijgen en 550 m dalen (ongeveer 4,5-5 uur). Vind je dit te veel, maak dan een korte rondwandeling van 2 uur (6 km, 250 m stijgen en dalen) over de landweggetjes rond het dorp.

Een echte koninginnetocht, naar de voet van de mythische en markante bergtop Picu Urriellu, ook wel Naranjo de Bulnes genoemd. Eerst loop je over landweggetjes het zwevende dal van Pandébano in. Vervolgens klim je over een stenig voetpad verder door een maanlandschap van robuuste schoonheid waar vooral gemzen, gieren en alpenkauwtjes zich thuisvoelen. Je neemt vandaag een lakenzak en wat persoonlijke bagage mee voor een overnachting op meerpersoons slaapzalen in de berghut Vega de Urriellu.

Totaal 10 km, 1100 m stijgen en 150 m dalen (ongeveer 4,5 uur). Eenmaal boven kun je nog verder het massief in lopen.

Op de laatste wandeldag daal je over een ander en zeer spectaculair voetpad door de Camburero-kloof af naar het ingesloten bergdorp Bulnes (5,5 uur). Dit dorpje is alleen per treintje (via een tunnel) of te voet bereikbaar. De wandeling voert door een prachtig en vrijwel verlaten dal, over een steil en zeer stenig pad. Op enkele stukjes moet een paar meter worden geklauterd. Hier beleef je de Picos op zijn intenst. Dit traject is alléén geschikt bij goede weersomstandigheden en als je veel ervaring met wandelen in de bergen hebt.  Bij twijfel of als er kans op slecht weer of sneeuw op dit traject is, is het sterk aan te raden om dezelfde route als gisteren tot de pas Pandébano te nemen, van waar een minder lastige afdaling naar Bulnes volgt.
Vanaf Bulnes volgt nog een 1,5 uur durende afdaling door de mooie Teju-kloof naar Poncebos, waar je per lijnbus naar Arenas de Cabrales gaat, het beginpunt van de reis. Totaal 9 km, 1700 m dalen, 6 uur. Je kunt het laatste stuk van de afdaling na Bulnes ook per bergtreintje doen. 

Heb je in Sotres overnacht in plaats van in de berghut, volg dan de rechtstreekse route van Sotres naar Pandébano  en van daar verder via Bulnes naar Poncebos (12 km, 300 m stijgen en 1350 m dalen, ongeveer 5,5 uur).

Na het ontbijt eindigt het arrangement.