Aankomst in Nans-sous-St.Anne, een kleine enclave tussen de beboste rotswanden aan het riviertje de Lison. Boven op het plateau ligt het dorp St.Anne. De letterlijke vertaling van Nans-sous-St.Anne is Nans onder S.Anne. Als je op tijd arriveert kun je een bezoek brengen aan de Taillanderie, een oude watermolen, waar vroeger gereedschappen werden gemaakt. Nu is het een museum op een mooie plek in de natuur.

Het idee achter deze wandelreis is dat je begint in het laagste deel van de Jura in Frankrijk en eindigt op het hoogste deel in Zwitserland. 
Op de eerste wandeldag rij je daarom in ca. 30 min naar Arbois, een van de centra van de bekende Vin Jaune. Het wijngebied ligt te ver van de Reculée des Planches om alles in één wandeling te bezoeken. Daarom zijn er twee korte wandelingen beschreven met een stukje in de auto ertussen. Bij Arbois loop je door de wijngaarden omhoog en ziet hoe snel de druiven plaats moeten maken voor bos en grasland. De wijnvelden vind je slechts in een smalle strook aan de voet van de Jura. Terug in Arbois kom je langs een wijnmuseum, gevestigd in een mooi Chateau - het historisch centrum van Arbois ademt wijn. Wandeling 5,5 km, 130 m stijgen en dalen, 2 uur lopen.

De Reculée des Planches is een grote hap uit het kalkplateau, met spectaculaire rotswanden niet ver van Arbois. Het riviertje dat hier ontspringt vormt in een natuurgebied fraaie travertijn terrassen. Daarna kan je op en neer lopen naar een uitzichtpunt waar je de hele vallei van Arbois overziet. Wandeling 7,5 km, 280 m stijgen en dalen, 3 uur lopen.

De derde wandeling maak je vanuit de plek waar je verblijft. Je gaat gelijk op zoek naar de Bron van de Lison. Het is eigenlijk geen bron, want de rivier stroomt al lange tijd ondergronds in het kalkgesteente. De Fransen noemen het een 'resurgence', het tevoorschijn komen van de rivier. Dit natuurverschijnsel kan je op meerdere plekken in de Jura aanschouwen. Maar eerst klim je het dal uit naar een uitzichtpunt. Via een vriendelijk Jura dorpje ga je op zoek naar de Pont du Diable, een brug over een diep kloofdal. Pas tijdens de afdaling terug naar Nans-sous-St.Anne komt eindelijk de Source de Lison in beeld. Last but not least!. Wandeling 13 km, 420 m stijgen en dalen, 5 uur lopen. Je kan de wandeling inkorten tot 8 km, maar dan mis je de Pont du Diable.

Inden je een extra overnachting in Nans-sous-St.Anne boekt, is er tijd voor een derde wandeling. We hadden een lange wandeling rond de Source de la Loue (45 min rijden) in gedachten, maar het mooiste gedeelte daarvan blijkt voor onbepaalde tijd afgesloten. Daarom nu een wandeling van 6 km, met 175 m stijgen en dalen, waarbij je zowel van boven in de kloof kijkt en langs de bron loopt.
De Source de la Loue is een van de spectaculairste resurgences in de Jura. Het verhaal gaat dat ooit de fabriek van Pastis bij Pontarlier in brand stond. Met het bluswater stroomde veel pastis mee het omringende terrein op. Een dag later rook het bij de resurgence van de Loue opmerkelijk naar anijs, hetgeen aantoonde dat water in de Jura ondergronds enorme afstanden kan afleggen. 
Wil je liever niet autorijden, dan kan je een ronde lopen vanuit Nans-sous-Sainte Anne over het plateau naar Eternoz en na een afdaling terug langs de Lison. Wandeling: 13 km, 305 m stijgen en dalen, 4,5 uur lopen.

Het is ca. 70 km rijden naar Chapelle des Bois, je volgende overnachtingsplaats op bijna 1100 m hoogte aan de Zwitserse grens. Je volgt een rustige route door groene weiden met de rood bonte Jura koeien en uitgestrekte wouden van sparren en beuken. Halverwege ligt het plaatsje Nozeroy, het kleinste ommuurde stadje van Frankrijk, pittoresk op een langwerpige heuvelrug op 800 m hoogte. Je kan hier een korte of langere wandeling maken vanuit Moulin du Saut naar de bron van de Ain, een van de grotere rivieren in Frankrijk, waar ook een departement naar vernoemd is. Wandeling 8,5 km, 220 m stijgen en dalen, 3,5 uur lopen. In te korten tot 7 km.

Na een versnapering op het terras in Nozeroy rij je verder. Het landschap verandert nu echt. Dichte wouden en open weiden wisselen elkaar af. Je stijgt gestaag en bij Mouthe komen de eerste wintersportplaatsjes in beeld. Chapelle-des-Bois heeft in de winter een uitgebreid loipenetwerk. Bij aankomst in het hotel, tegenover het typische Jura-kerkje, kan je gelijk een bezoek brengen aan de Fruitière, de (biologische) kaasmakerij van Chapelle-des-Bois, waar ze uiteraard de heerlijke Comté kaas verkopen, meer of minder gerijpt.

Vanuit het hotel in begin Chapelle des Bois je aan een wandeling door de omgeving. Het valt gelijk op dat de kerk en de oude boerderijen ook aan de zijkanten beschermt zijn met zinken platen, een teken dat de weersomstandigheden hier behoorlijk ruw kunnen zijn. De wandeling begint met een stukje van de roemruchte GR5, de wandelroute van Hoek van Holland naar Nice. Hier markeert de GR5 de grens tussen Frankrijk en Zwitserland. Je daalt weer af het brede dal in en loopt tussen een aantal vogelrijke meren en moerassen terug naar het dorp. Helaas bleek bij de voorbereiding dat het geplande stuk over de GR5 in 2025 is afgesloten i.v.m. bosbouwwerkzaamheden. De GR is omgelegd door het dal. Hiermee is de wandeling tijdelijk minder lang en vlakker geworden. Wandeling: 10,5 km, 160 m stijgen en dalen, 4 uur lopen. Wil je bij mooi weer een wat uitdagender tocht lopen, kies dan voor onderstaande tocht over de Mont-Dole.

Reserveer je een extra nacht in Chapelle-des-Bois dan kan je na een half uur rijden een schitterende rondwandeling door Zwitserland maken vanuit La Pile Dessus over La Dole, over de top van de Mont-Dole (met 1678 m het 'dak' van deze wandelreis). Halverwege bereik je een restaurantje waar het uitzicht al geweldig is. Langs klingelende koeien stijg je verder. Op de top van de Dole staat een grote golfbal met radar en zend apparatuur. Dat is niet voor niets...je bestrijkt vanaf hier het hele Zwitserse laagland en hebt dus een fenomenaal uitzicht over het Meer van Geneve en de Alpen. Wandeling: 13,5 km, 600 m stijgen en dalen, 6 uur lopen.

Vandaag een mooie rit van ca. 75 km, langs het langgerekte Lac de St.Point, naar het Zwitserse Val de Travers, vooral bekend vanwege het mysterieuze drankje Absinth. 

Vanuit Malbuisson is er een wandeling te maken naar het Fort Saint-Antoine, ooit gebouwd om de Frans-Zwitserse grens te beschermen na de nederlaag van het Franse leger in 1870. Het fort werd tussen de twee wereldoorlogen niet meer gebruikt en verwaarloosd. Tegenwoordig liggen er honderdduizend wielen Comté kaas te rijpen in de daarvoor uitermate geschikte catacomben, met constante temperatuur en luchtvochtigheid. Door typische Jura weiden, met gentianen en uitzicht, daal je af naar de Source Bleue, een van de vele heldere bronnen in de Jura. Het laatste stuk van de wandeling gaat langs het Lac St.Point, met mogelijkheid tot zwemmen. Wandeling 11 km, 300 m stijgen en dalen, ca. 4 uur lopen.

Terug in de auto ga je op weg naar Cluse-et-Mijoux, waar het imposante, hooggelegen Chateau de Joux niet te missen is. Ook dit kasteel is ooit gebouwd langs de grens, dus je bent nu snel in Zwitserland. Heb je nog energie dan kan je in het Val de Travers een stukje lopen naar de Grotte de Motiers. 5,5 km, 70 m stijgen en 85 m dalen, 2 uur lopen.

Vanuit het Val de Travers kan je een aantal fraaie wandelingen maken, steeds met (bij helder weer) zicht op de Alpen en de Zwitserse meren.

De eerste leidt je (na 10 min in de auto) naar Le Couvent voor een wandeling naar de Creux de Van, een enorme Cirque, een halfrond gapend gat in de kalkstenen bergrug. Behalve andere wandelaars ook kans op het zien van steenbokken en gemzen. Dan over uitzichtberg Soliat (1465 m) en verder door het afwisselende landschap met bos en weides langs enkele grote dolines. Wandeling ca. 16,5 km, 490 m stijgen en dalen, 6 uur lopen. Er is ook een korte variant beschikbaar, waarbij je de highlights wel meepikt (7 km, 180 m stijgen en dalen, 2,5 uur lopen).

De tweede tocht gaat over de Chasseron, met 1607 m een van de hoogste Jura toppen. Bijna op de top staat een restaurant-café. Je gaat met auto of treintje naar Buttes (10 min). Hier neem je de stoeltjeslift van 820 m naar de op 1220 m gelegen La Petite Robella (in de zomer elke dag, voor- en najaar in weekend). Je stijgt gestaag door uitgestrekte bergweiden en rustgevende bossen naar de top. Na bezoek aan het café, daal je af over de langgerekte bergrug, met uitzicht naar alle kanten. Via een andere route kom je terug bij de stoeltjeslift. Wandeling 12,5 km, 660 m stijgen en dalen, 6,5 uur lopen. De route is met 1,5 uur in te korten. Op de dagen dat de stoetjeslift niet gaat, kan je met de auto naar een alternatief beginpunt rijden nabij Mauborget. De wandeling wordt dan 5,5 km langer met 150 m stijgen en dalen extra.

Iets verder weg (ca. 20 km rijden) ligt het grotere plaatsje Sainte-Croix, voorheen een centrum van de fijne instrumentmakerij.  Je loopt het bedrijvige plaatsje uit en gaat op weg naar een voor de Jura kenmerkende bergkam van grijswitte kalksteen, de Aiguilles de Baulmes. Rustig stijgend bereik je de almen van de Mont de Baulmes, die langzaam overgaan in een steeds smallere bergkam. Grillige kalksteen en door het ruwe klimaat kromgebogen bomen, zorgen voor en sprookjesachtige sfeer. Bij helder weer zie je diep onder je het Meer van Neuchatel en het Lac Leman, terwijl je oog in oog staat met de Alpenketen. Vanaf het topkruis op 1560 m, loop je eerst over een steil, later ontspannen dalend pad terug naar Sainte Croix. Wandeling: 13 km, 520 m stijgen en dalen, 5-6 uur lopen.

Na het ontbijt eindigt het arrangement.