Op eigen gelegenheid reis je naar Nunspeet, een dorpje op de noordelijke rand van het Veluwe massief. Het is goed bereikbaar met de trein, en je hotel ligt op 10 minuten lopen van het station. In de gezellige herberg kun je prima dineren, maar maak dan wel vooraf een reservering.
Indien je hier op vrijdag of zaterdag start moet je een extra nacht bijboeken, want dan is het minimum verblijf 2 nachten.

Na een goed ontbijt kun je van start. Eventueel koop je in het dorp nog wat benodigdheden voor de lunch. Na 15 minuten kom je al bij het Bezoekerscentrum Nunspeet, een goed begin om even een overzicht te krijgen van de natuur en landschappen die je de komende dagen gaat tegenkomen. Daarna leidt het pad je door bossen naar de zandverstuiving van het Hulshorsterzand. Via de bosbeken Leuvenumse Beek en Molenbeek kom je bij het Landgoed Stakenberg, aan de rand van de Elspeter Heide. De bodem is op vele plekken compleet omgewoeld door wilde zwijnen. Gezien het aantal sporen moeten er enorm veel zitten, maar toch is de kans klein ze overdag te zien. Net als de wolf overigens, die ook in deze hoek van de Veluwe regelmatig gespot wordt. 
Je overnacht in het landgoedhotel, midden in de natuur. Vanwege de afgelegen locatie is het diner inbegrepen.

Vanaf het Landgoed Stakenberg wandel je over de Elspeeterheide en door de velden en akkers rondom Elspeet naar Kasteel Staverden. Hier zie je nogmaals de Staverdense beek en de Molenbeek, die energie leverden voor vele watermolens op het landgoed. Je loopt door oude loofbossen en parklandschap, waar talrijke witte pauwen rondstappen. Ook niet slecht is een koffiepauze op het heerlijke terras van het kasteel. Dan volg je een leuk smal kronkelpaadje op het Speulder- en Houtdorperveld, een groot open heidegebied met droge en natte hei en vennetjes. Aan de rand van het bos, net buiten het dorpje Garderen, ligt je hotel voor de nacht.

Vanuit je hotel loop je in 15 minuten naar de bushalte in Garderen waar je bus neemt. Deze brengt je in 15-30 minuten naar het startpunt van de wandeling in Nieuw Millegen. Natuurlijk kun je ook even een taxi bestellen in Garderen, dan is het slechts 10 minuten naar Nieuw Milligen.
In Nieuw Milligen begint je route vandaag, Al snel laat je het verkeer achter je en duik je een dennenbos in, met een ondergroei van rode bosbes. Je komt bij de heide en zandverstuiving van het Kootwijkerveen, een gebied met nog levend hoogveen, tamelijk zeldzaam in Nederland. Het fraaie geel bloeiende beenbreek en de vleesetende zonnedauw komen hier voor. Dan steek je de snelweg bij een wildviaduct over en kruis je de Regelbergen, waar je met wat geluk misschien wel een adder kunt zien zonnen.
Dan doemen de gebouwen van Radio Kootwijk op. Hier werd in het verleden een lange golf radioverbinding tussen Nederland en Nederlands-Indië onderhouden. Vanaf hier blijft het landschap erg open en de hoeveelheid bos gering. Een eeuw geleden lag hier een enorme zandverstuiving en heidevelden. Pas vlak bij Hoenderloo kom je weer in het bos en zie je plekken waar wilde zwijnen van tijd tot tijd een modderbad nemen.

Wandeling: 20 km; 160 m stijgen en 140 m dalen; 5 uur (wandeltijd)

Vanuit Hoenderloo gaat het vooral door de bossen. Ook hier weer veel zwijnensporen. Bij wildkijkscherm Ringakker krijg je ze misschien te zien. Daar worden ook edelhert, ree en af en toe damhert gezien, maar die waarnemingen worden meestal tegen de avond gedaan, of juist ’s morgens heel vroeg. Het voormalige Groote Zand, waar het grootste deel van de route loopt, is bijna volledig bebost. De heide is teruggedrongen tot kleine veldjes, die her en der in het landschap verborgen liggen. Je komt door Landgoed Varenna, vroeger een enorm landgoed, waartoe ook het Deelerwoud behoorde. Bij natuurgebied Reeënberg zijn de hoogteverschillen fors. Hier zijn ook restanten te vinden van de vroegere ijzerindustrie in de vorm van kuilen waaruit de ijzerrijke ‘klappersteen’ gedolven werd. Als je bij Loenen het bos verlaat, zie je bolle akkers. Het zijn overblijfselen van de potstallandbouw. Compost van heideplaggen vermengd met schapenmest werd gebruikt om de akkers te bemesten. In de loop van de eeuwen hoogden de akkers daardoor op.

Wandeling: 17 km; 120 m stijgen en 140 m dalen; 4,5 uur (wandeltijd)

De dag begint door het oude Loenense bos. Om te voorkomen dat het vee vroeger het bos inging, werd een wal opgeworpen die beplant werd met stekelige struiken, de enkwal. Oude, dode beuken zijn vaak helemaal begroeid met tonderzwammen. Wat verderop op de Loenermark ontstond door begrazing, een open parkachtig bostype, wat hoede- of weidebos genoemd worden. Nadat je landgoed Groenouwe gepasseerd hebt, kom je op de Zilvense heide. Het oud eikenhakhoutbos met bijzonder oude ‘stoven’ van wintereiken tot meer dan 20 m omtrek, stamt waarschijnlijk uit de Middeleeuwen. Verder gaat het door de Imbos en de Rheder-Worthrhederheide, die grotendeels vergrast is met pijpestrootje. Monument “de Highlander” is een opvallend baken in het landschap. De Schotse hooglander met zijn grote horens beheert het gebied. Na een kort stuk door een jonge bosaanplant kom je op het Nationaal Park Veluwezoom, een landschappelijk zeer fraai heuvelachtig heidegebied, waar de Rhedense schaapskudde de heide beheert en IJslandse pony’s vooral het zuidelijke deel onder hun hoede nemen.
Je wandeling eindigt bij het station in Rheden waar je een kort ritje per trein of bus maakt naar Arnhem, waar je overnacht in het zogenaamde 'modekwartier' bij het centrum.

Wandeling: 19,2 km;  200 m stijgen en dalen; 5 uur (wandeltijd)

Na het ontbijt eindigt je arrangement. Je neemt de trein terug naar huis, of terug naar Nunspeet, mocht daar je auto nog staan.