Buitenspelen op de fiets in Dalarna Product manager Leon Huijs over ‘zijn’ nieuwe fietsreis in Zweden

‘Het liefst pak ik een landkaart en ga ik bedenken wat voor leuke activiteiten je allemaal kunt ondernemen in een gebied. Dat is de leukste manier om een reis te ontwerpen.’ Aan het woord is Leon Huijs, die al ruim 25 jaar product manager is bij SNP-Natuurreizen en die reizen in noordelijke streken onder zijn hoede heeft. Hij heeft zojuist een fietsreis in Zweden ontwikkeld, in Dalarna om precies te zijn, de streek die ook wel ‘Klein-Zweden’ wordt genoemd. ‘Omdat je eigenlijk alle landschappen die je in Zweden kunt vinden, ook in Dalarna kunt zien. Het is een enorm afwisselende streek met meren, bossen en vooral veel kleinschalige ‘boerenlandschappen’. Erg mooi om doorheen te fietsen.’

Het is bepaald niet moeilijk om Leon aan de praat te krijgen. Stel je een vraag, dan vertelt hij in één ruk door. To the point, en met een gezellig aandoend zuidelijk accent. Leon: ‘Ik vind het leuk om met mensen kletsen. Hoteliers bel ik het liefst ook een keer op als ik ze nog nooit gesproken heb, zo krijg je al snel een beter contact.’     

Knøterigheid in Faluröd

Leons netwerkkwaliteiten zullen ongetwijfeld van pas zijn gekomen toen hij afgelopen juni in Dalarna op de fiets stapte om de reis te verkennen. ‘Ik noem dat altijd buitenspelen, na een hoop uitzoekerij daadwerkelijk op pad gaan om de ontworpen reis voor te fietsen, dat is toch waar je het allemaal voor doet. Kon ik gelijk de GPS-tracks maken. Ik wilde voorkomen dat je te veel door monotoon bos zou fietsen, dat gevaar ligt altijd een beetje op de loer in Zweden. De Zweden regelen hun pensioen namelijk door tijdens hun werkzame leven een perceel bos te kopen. Zeg dus niet dat hun bossen saai zijn, want dan krijg je de Zweden echt op je dak. Gelukkig is het landschap langs de route afwisselend. In grote lijnen rijd je om het Siljanmeer heen, maar het is echt niet zo dat je aldoor water aan je zijde ziet. Het landschap heuvelt en vaak is het meer aan het zicht onttrokken door landerijen of percelen bos. Vooral de kneuterigheid van het landschap beviel me enorm, met houten huisjes in de kleuren geel, blauw en Faluröd. Faluröd is die typisch Zweedse, roodbruine kleur. De kleur is vernoemd naar Falun, een plaats die niet eens zo heel ver van het Siljanmeer af ligt.‘

Drie kilometer grote meteoriet

Een bijzonderheid is de ontstaansgeschiedenis van het Siljanmeer. Leon: ‘Bijna 380 miljoen jaar geleden is hier een enorme meteoriet ingeslagen. Als je de kaart erbij pakt en het Siljanmeer, het Orsasjönmeer en de meertjes naar het noordoosten samen neemt, zie je de contouren van deze meteorietinslag verschijnen. Als ik me goed herinner, is het de grootste inslagkrater van Europa. Het moet een geweldige knal geweest zijn toen het drie kilometer grote gevaarte de Zweedse bodem trof. In Rättvik is een museum met uitleg over deze gebeurtenis, helaas alleen in het Zweeds.’

Elanden op de fiets

Ook op biologisch front is van alles te beleven in Dalarna. Zo is de kans behoorlijk groot dat je een eland spot tijdens de fietsreis door Dalarna. Leon: ‘Ooit leerde ik van een Zweedse jager hoe je het best elanden kunt spotten in het bos. Hij vertelde me dat je niet op de stammen van de bomen moet focussen, maar juist een beetje diffuus in de ruimte erachter, dan vallen de dieren veel meer op. Nou, deze truc heb ik bepaald niet nodig gehad rond het Siljanmeer! Ik heb er drie gezien in een week, steeds op een onverharde weg. Leon lijkt er nog van onder de indruk als hij over de elandontmoetingen vertelt: ‘Het is echt prachtig om deze kolossale dieren tegen te komen in het wild. Een keer kwam ik een eland tegen tijdens een afdaling. Ik fietste vrij hard en schrok me een hoedje. Het voelde alsof ik een olifant was tegengekomen, zo groot was hij. De elandstier keek me plotseling recht in de ogen. Een andere keer zag ik een eland in de berm staan. Deze keer was ik het die voor de verrassing zorgde. Pas toen hij de oren naar mij richtte, wist ik dat hij me in de gaten had. Elanden zien namelijk niet best.’

De klompen van Zweden

Maar terug naar de kneuterigheid. ‘Ken je Dalarna-paardjes?’ Leons vraag lijkt een beetje retorisch bedoeld. ‘Het zijn van die kleine houten paardjes die met de hand beschilderd worden, het zijn zo’n beetje ‘de klompen van Zweden’, zo bekend zijn ze.’ Leon moet er een beetje bij grinniken. ‘De paardjes werden al in de 17e eeuw gemaakt door bosbouwers, wanneer ze in de winter thuis bij de kachel zaten en zich verveelden. In Nusnäs heb ik een bezoek gebracht aan de fabriek waar ze tegenwoordig gemaakt worden. Je kunt het hele wordingsproces bekijken, echt leuk om te zien. Het grappigst vond ik het verhaal dat de paardjes pas in 1939 zo wereldberoemd werden, dankzij de Wereldtentoonstelling die dat jaar gehouden werd in New York. Zweden had toen een enorm Dalarna-paard bij de ingang gezet, waar je als onderzoeker onderdoor moest lopen om het paviljoen te betreden. Plotseling kon niet meer aan de vraag worden voldaan, en hebben twee slimme broers een fabriek opgezet. Die bestaat dus tot op de dag van vandaag.’

Bijzondere overnachtingsplekken

Ook de overnachtingsplekken zijn veelal authentiek Zweeds. Zoals de Herrgård in Leksund, waar je de eerste en laatste nacht van de fietsreis logeert. Leon: ‘Het is een prachtig bewaarde herenboerderij met krakende trappen, kroonluchters en prachtige tegelkachels op de kamers. Echt een accommodatie met sfeer. Ook de verzameling oude zomerboerderijen bij Fryksås vind ik erg bijzonder. Daar logeer je op dag drie. Twee dagen later slaap je in een soort Pippi Langkoushuis, ook weer reuze Zweeds.’

Vandaag ben ik vissen

‘Wat ik ook typisch Zweeds vind, is de vriendelijkheid van de mensen. Als je iemand op de fietst tegenkomt onderweg, word je altijd gegroet. Vaak vind ik de Zweden ook erg bescheiden. Ze hebben een doe-maar-gewoon-mentaliteit die ik erg op de Nederlandse volksaard vind lijken. Waar de Zweden echt heel anders in zijn is hun mañana-mentaliteit. Heb je om tien uur met iemand afgesproken, dan moet je niet gek opkijken als die pas om elf uur verschijnt. Wees ook niet verbaasd als je bij een museum voor een dichte deur komt te staan onder openingstijd en een briefje met ‘ik ben vandaag vissen’ op het hout gespijkerd ziet. Dat heb je daar nou eenmaal in de zomer, ze willen van de zomer genieten! En gelijk hebben ze.’

Tekst: Lex van den Bosch

Foto: Leon Huijs

Bekijk deze reis