We reizen van noord naar zuid langs de westkust van de Verenigde Staten, door de staten Washington en Oregon, over de kustweg Highway 101. Die benaming ‘highway’ klinkt groots, maar denk daarbij niet aan een echte snelweg. Als je haast hebt, pak je beter de Interstate 5, een stuk verder landinwaarts. Highway 101 is de scenic route. Het is de weg voor wie van de kust wil genieten en vaak de auto uit wil.
De totale kust van Washington en Oregon is zo’n 1200 kilometer lang, en eigenlijk zou je onderweg op elk strand een paar uur willen rondstruinen. Het is een jutterskust, een kust om dingen te doen en te ontdekken. Stenen zoeken, stenen stapelen, schelpen zoeken. Over het water kijken, of je soms een walvis ziet. En eindeloos schooieren tussen wat er aanspoelt.
Voor wat je op het strand vindt, geldt hier: ‘wat je vindt, mag je meenemen’ (maar natuurlijk met mate en tenzij anders aangegeven). In de kustplaatsen in het zuiden van Washington leggen mensen hun mooiste strandvondsten in de vensterbank. Op het strand van Seaview zijn groepjes mensen strandgapers aan het zoeken, dat mag maar een paar keer per jaar en vandaag is toevallig dé dag.